28/3 bijvoeglijk naamwoord

Unité 3 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Unité 3 

Slide 1 - Slide

  • Nakijken opdracht 3 + 4
  • Huiswerkcontrole opdracht 5 + 6
Le but: à la fin de ce cours 
(Doelen aan het einde van de les):
  • Heb ik geoefend met het de kleuren in het Frans.
  • Kan ik het bijvoeglijk naamwoord herkennen en toepassen.


Slide 2 - Slide

Nakijken Opdracht 3
Zet de uitspraken in de juiste kolom.

Positif
Négatif
C'est intéressant
C'est bizarre
C'est marrant
Je déteste
J'aime beaucoup!
C'est moche, je trouve
J'adore ca
C'est nul, je trouve
C'est joli, je trouve
C'est horrible
Je trouve ca formidable
C'est dingue

Slide 3 - Slide

Nakijken opdracht 4a + 4d
  1. verboden                                   1. en été
  2. het begin                                   2. au printemps
  3. eindigt                                        3. en automne
  4. koken
  5. gevaarlijk
  6. leven
  7. geheim
  8. daarna 

Slide 4 - Slide

Nakijken opdracht 4c
Le printemps
l'été
l'automne
l'hiver
Mars
Juin
Septembre
Décembre
Avril
Juillet
octobre
Janvier
Mai
Aout
novembre
Février

Slide 5 - Slide

Les couleurs = De kleuren 
Schrijf de kleuren op in je schrift.

Slide 6 - Slide

Aan het werk
Je krijgt van mij 2 werkbladen.
Hiervoor krijg je 15 minuten de tijd. 
De werkvorm is: fluisterend samenwerken.
timer
15:00

Slide 7 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

VORM
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
grand
grande
meervoud
grands
grandes

Slide 10 - Slide

mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
-
-e
meervoud
-s
-es
mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
petit
petite
meervoud
petits
petites
Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 11 - Slide

Révision 
Het bijvoeglijk naamwoord kan 4 vormen hebben.
Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
Meervoud
grande
grandes
grand
grands

Slide 12 - Drag question

GEEN - e of -s (blz 98)
Geen -e als de laatste letter al een -e is.
Un jeune garçon, une jeune fille
Wat wordt het meervoud?

Geen -s als de laatste letter een -s of  -x is
un garçon français, deux garçons français
un vieux tshirt, trois vieux tshirts

Slide 13 - Slide

De bijzondere vormen van het bijvoeglijk naamwoord (blz 98)
  • Als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op -x dan eindigt de vrouwelijke vorm op -se 
  • heureux =heureuse 
  • jaloux =jalouse 
  • als het bijvoeglijk naamwoord eindigt op -f dan eindigt de vrouwelijke vorm op -ve
  • sportif = sportive 
  • créatif = créative 

Slide 14 - Slide

Onregelmatige vormen
Vieux
Vieille
Nouveau
Nouvelle
Beau
Belle
Bon
Bonne
Blanc
Blanche
Fou
Folle
Long
Longue
Schrijf dit in je aantekeningenschrift.

Slide 15 - Slide

Welke beschrijving past bij dit plaatje?

A
il y a deux petits filles
B
il y a deux grandes filles
C
il y a deux petites filles
D
il y a deux grande filles

Slide 16 - Quiz

Welke kleur zijn de ogen ?

A
les yeux sont bleus
B
les yeux sont bleux
C
les yeux sont bleues
D
les yeux sont bleue

Slide 17 - Quiz

Welke beschrijving past bij dit plaatje?
A
ils sont très sportives
B
ils sont très sportif
C
Ils sont très sportive
D
ils sont très sportifs

Slide 18 - Quiz

Beschrijf dat plaatje !

A
c'est une vieux dame
B
c'est une vieilles dame
C
c'est une vieille dame
D
c'est une vieille dames

Slide 19 - Quiz

Au travail!
Maken: opdracht 8A,B,C,D

Huiswerk is 8E,F en apprendre 1 en 2

Slide 20 - Slide

Terugblikken
Hebben wij onze lesdoelen behaald?


Slide 21 - Slide