H3 par. 3.2: De Franse Revolutie MEMO

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Memo 3.2: De Franse Revolutie

H3. De tijd van pruiken en revoluties

Leerdoelen

• Je kunt uitlegggen waarom veel (vooral arme) Fransen in 1792 ontevreden waren over de Revolutie.
  
• Je kunt uitleggen dat de Franse Revolutie een gematigde en een radicale fase had

Val van de Bastille

Begin Franse Revolutie

• 14 juli 1789 Bestorming van de Bastille (aanleiding).
• Opstand verspreidt zich naar het platteland (moordpartijen en plunderingen)
• De koning erkent de Nationale Vergadering.

Val van de Bastille: Liberté, egalité, fraternité

Nationale Vergadering schaft de privileges van de eerste en tweede stand af.

Verklaring van de rechten van de Mens en de Burger  (1789)

Geïnspireerd door Verlichtingsideeën

Nationale Vergadering

1791 Grondwet klaar.

• Koning Lodewijk XVI moest voortaan wetten uitvoeren;
• Nationale Vergadering maakt wetten;
• Rijke burgers krijgen stemrecht.

Einde absolute macht koning -> Frankrijk wordt constitutionele monarchie

De revolutie ontspoort

Veel edelen vluchten vanwege de veranderingen naar het buitenland.

1791 Lodewijk XVI probeert te vluchten naar Pruisen (mislukt).

1792 Oorlog met Pruisen en Oostenrijk.

Frankrijk omsingeld

De revolutie ontspoort

Augustus 1792 Lodewijk XVI wordt gearresteerd en beschuldigd van landverraad.

Januari 1793 Lodewijk XVI en Marie Antoinette worden onthoofd.

Monarchie afgeschaft. Frankrijk wordt een republiek.

Gematigden

In de Nationale Vergadering hadden de  gematigde de macht. Ze wilden langzaam veranderen, niet te veel macht voor de armen en werden gesteund door het rijkere deel van de bevolking.

Veel Fransen waren ontevreden, zelfs na grondwet van 1791:

• Oorlogen verliepen slecht;
• Armen hadden geen beter bestaan;
• Gebrek aan politieke invloed.

De Jacobijnen onder leiding van Robespierre komen in 1793 aan de macht

Dit waren radicalen. Ze wilden snel grote veranderingen en meer macht voor het gewone volk. Ze wilden de oude orde desnoods met geweld omverwerpen.

Robespierrie (1758-1794)

De revolutie wordt radicaler

 

Sep 1793- aug 1794 Terreur

Tienduizenden mensen onthoofd.

1795-1799 Nieuw bestuur: het Directoire

Wie was de koning van Frankrijk tijdens de Franse Revolutie?

1. Lodewijk XIV
2. Lodewijk XV
3. Lodewijk XVI
4. Lodewijk XVII

Wat was de Bastille?

1. Een gevangenis
2. Een kasteel
3. Een slot
4. Een paleis

Wanneer werd de Bastille aangevallen?

1. 14 juli 1788
2. 14 juli 1789
3. 12 Juli 1789
4. 12 juli 1788

Voor welke drie dingen kwam heel Frankrijk in opstand?

Opdracht

Maak opdracht 1 t/m 6 van 3.2

in je boek op blz. 117 en 121