Les 6: Instructie 1.4

Instructie 1.4
Sensitief en responsief reageren op peuters
1.4: 

Sensitief en
responsief
reageren op
peuters
1 / 11
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Instructie 1.4
Sensitief en responsief reageren op peuters
1.4: 

Sensitief en
responsief
reageren op
peuters

Slide 1 - Slide

Een peuter wil graag heel veel zelf doen, maar is ook nog erg afhankelijk van de zorg en liefde van volwassenen. Een overgang naar de peutergroep kan hem even uit zijn evenwicht brengen. Als hij voor het eerst naar het kinderdagverblijf komt, kan scheidingsangst een rol spelen wanneer hij door zijn ouders achtergelaten wordt. Bij de overgang naar de peutergroep moet hij soms wennen als jongste peuter tussen al die grotere kinderen. Ook voor peuters is aandacht voor het wennen dus nog heel belangrijk.

Slide 2 - Slide

Hoe kun je een peuter ondersteunen bij het wennen?

Slide 3 - Open question

Blz. 28+29
Hoe kun je een peuter ondersteunen bij het wennen?

Slide 4 - Slide

Net als voor baby’s geldt voor peuters dat ze extra ondersteuning en begeleiding nodig hebben tijdens overgangssituaties. De grootste overgang vindt plaats bij binnenkomst op het kindercentrum en bij het afscheid nemen.
 
Welke reacties zie je bij peuters als ze worden gebracht?

Slide 5 - Slide

Hoe help je de peuter de overgang te maken?
  • Noem de naam van het kind en de ouder en maak contact.
  • Laat merken dat je het leuk vindt om hen weer te zien.
  • Benoem wat je ziet. (‘Je ziet er vandaag vrolijk en uitgeslapen uit’, ‘Heb je Snuffie vandaag meegenomen?’).
  • Vertel wat er gaat gebeuren. (‘Papa gaat straks weg, Koos is jarig, we gaan vandaag naar de speeltuin.’ Of bij weggaan: ‘Mamma belde net, ze komt er aan.’)
  • Hanteer een vast afscheidsritueel (boekje lezen met papa, dikke knuffel, kind overnemen van papa, laatste kus, zwaaien, op gang helpen met spel. Of bij weggaan: samen vertellen wat er die dag gebeurd is).
  • Reageer op signalen. (‘Heb jij vandaag geen zin in een boek?’).
  • Verwoord de gevoelens en toon begrip. (‘Ja, je bent verdrietig dat mama weggaat. Dat snap ik wel.’ ‘Oh kijk, Bas is opgehaald, dat is jammer. Misschien wil Karin nu met je meespelen.’)
  • Troost het kind bij verdriet (neem hem op schoot, droog de tranen).
  • Neem de tijd.
Doe eventueel iets samen. Help het kind even op gang in de nieuwe situatie.

Slide 6 - Slide

Peuters ervaren veel emoties. Daar worden ze zelf soms ook door overvallen en dat geeft ze een gevoel van onveiligheid. Dan heeft een peuter een pm’er nodig die met begrip reageert. Sommige gevoelens kunnen overweldigend zijn: angst, jaloezie en boosheid.

Slide 7 - Slide

Wat kun je doen om peuters te ondersteunen bij hun gevoelens?
  • Toon geduld als peuters zich proberen te uiten met taal. Neem de tijd om te luisteren!
  • Verwoord de gevoelens die je ziet bij de peuter. (‘Zo te zien ben je heel boos, klopt dat?’)
  • Hanteer een beperkt aantal duidelijke regels en gedragsaanwijzingen  
  • Maak gebruik van rollenspelen en laat ervaringen uitspelen.
  • Lees boeken over emoties (er zijn veel prentenboeken die aandacht besteden aan moeilijke situaties en de bijkomende heftige gevoelens).

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Peuters kunnen zich dwars opstellen. Ze ontdekken de betekenis van het woord ‘nee’.  Als pm’ers ook vaak het woord ‘nee’ gebruiken, heeft dat vaak een sterk negatief effect op de peuter.
Met het woordje ‘nee’ kap je eigenlijk alles af. Nee ontmoedigt vaak het initiatief of de intentie van het kind. Het is niet nodig om steeds ‘nee’ te zeggen. In plaats van ‘nee’ op het gedrag te zeggen, probeer je ‘ja’ op de intentie te zeggen en voorstellen te doen voor geaccepteerd gedrag. Zo help je het kind zelfvertrouwen op te bouwen en nieuwe vaardigheden te leren.
 schrik in tranen uit.


Slide 10 - Slide

Opdracht
* Aan de slag met de opdrachten 
* In stilte

Volgende les opdrachten bespreken en ZW

Slide 11 - Slide