voorbeeld:
because, as, for, since (want, omdat)
Met because, as, for en since geef je een reden of oorzaak aan.
- She left him, because/as/for/since she didn't love him.
- Ze ging bij hem weg, want ze hield niet van hem.
- Since he is happy, he has a smile on his face.
- Omdat hij blij is, heeft hij een lach op zijn gezicht.