M1 Kapitel 3 Redemittel J

1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Redemittel J
Vandaag ga je oefenen met Redemittel J. 
Op de volgende pagina's vind je verschillende oefeningen. Soms moet je slepen, soms moet je het juiste antwoord aanklikken, en soms mag je zelf de vertaling invullen.

Slide 2 - Slide

LET OP:
  • Begin elke zin met een hoofdletter.
  • Schrijf alle namen en zelfstandige naamwoorden  met een hoofdletter.
  • Eindig elke zin met een punt, een vraagteken of uitroepteken.

Slide 3 - Slide

Sleep de juiste Nederlandse vertaling naar de juiste Duitse zin.
Dein Frühstück ist fertig.
Ich habe keinen Hunger.
Willst du auch eine kalte Milch?
Wil je ook een glas koude melk?
Je ontbijt is klaar.
Ik heb geen honger.

Slide 4 - Drag question

Sleep de juiste Nederlandse  vertaling naar de Duitse zin.
Ich möchte einen Apfel
Ik zou graag een appel willen hebben
Ik wil een appel hebben.
Ik mag een appel hebben.

Slide 5 - Drag question

Wat is de juiste vertaling van:
'Kan ik nog een glas water krijgen?'
A
Ich will ein Wasser.
B
Mag ich noch Wasser haben?
C
Kann ich noch ein Wasser haben?
D
Ein Wasser bitte.

Slide 6 - Quiz

Wat is de juiste vertaling van:
'Onze salade smaakt erg lekker.'
A
Der Salat ist lecker.
B
Sein Salat schmeckt auch lecker.
C
Der Salat Schmeckt super lecker.
D
Unser Salat schmeckt toll.

Slide 7 - Quiz

Wat hoort bij elkaar? Sleep het juiste blauwe blok naar het juiste rode blok.
Willst du ein Wasser?
Dann nimm einfach etwas zu trinken.
Hier bitte!
Gut, ich nehme ein Glas Orangensaft.
              Danke!
Ja und hast du auch Eis?

Slide 8 - Drag question

Sleep het juiste woord naar het goede plaatje
der Apfel
kalte Milch
die Zitrone
Das Frühstück

Slide 9 - Drag question

Wat betekent:
'Geben Sie mir Ihr Glas bitte?'
A
Geef je mij alsjeblieft je glas?
B
Geeft u mij alstublieft uw glas?

Slide 10 - Quiz

Welke 3 woorden passen bij de foto?
Salat
das Frühstück
Suppe
kalte Milch
Orangensaft

Slide 11 - Drag question

Vertaal:
'Ich habe keinen Hunger'

A
Ik heb hunger.
B
Ik heb dorst.
C
Ik heb geen honger.
D
Ik heb veel honger.

Slide 12 - Quiz

Wat hoort er bij elkaar? 
Sleep de juiste roze blok naar het blauwe blok.
Ich habe Durst!
Kann ich ein Glas Wasser haben?
Dein Frühstück ist fertig.
Guten Appetit.
Mit Zitrone?
Willst du eine kalte Milch?

Slide 13 - Drag question

Geef de vertaling van:
'Het ontbijt is klaar'

Slide 14 - Open question

Welke vraag hoort er bij het antwoord :
'ja, mit Eis bitte.'

Slide 15 - Open question

Schrijf de vertaling op van:
'Ik heb dorst'

Slide 16 - Open question

Vertaal:
'eet smakelijk'

Slide 17 - Open question


Je bent nu klaar met oefenen! 
:o)

Bestudeer morgen de zinnen nog een keer. Kijk eens hoeveel je hebt onthouden van de oefening vandaag.

Herhaal de Redemittel J overmorgen ook!
Als je regelmatig herhaalt, onthoud je de zinnen steeds beter!

Slide 18 - Slide