Ma 14 okt Verhaalsoorten

Verhaalsoorten
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Verhaalsoorten

Slide 1 - Slide

verhaalsoorten
* fantasy
* science fiction
* spanning en avontuur
* misdaad

Welk verhaalsoort is dit?

Slide 2 - Slide

verhaalsoorten

Slide 3 - Slide

Verhaalsoorten
Een verhaalsoort noem je ook wel een genre.

Elke verhaalsoort heeft zijn eigen kenmerken.

Op de bibliotheek kun je goed zien bij welke verhaalsoort een boek hoort. Dat zie je aan het pictogram op de rug.

Slide 4 - Slide

Welk verhaalsoort is dit?


Slide 5 - Slide

Welk verhaalsoort is dit?

Slide 6 - Slide

Mijn favoriete genre is
of mijn favoriete genres zijn:

Slide 7 - Drag question

Combineer de plaatjes met de genres 
Avontuur
Detective
Historische 
verhalen
Oorlog en verzet
School
Sport
Spanning
Science fiction

Slide 8 - Drag question

Bijzonder taalgebruik
Een gedicht is een tekstsoort van bijzonder taalgebruik:
- Versregels (niet de hele blz. is gevuld)
- Strofes (alinea’s van een gedicht)
- Rijm

Op de volgende pagina (blz. 70) staat een gedicht. Pak dit erbij.


Slide 9 - Slide

Bijzonder taalgebruik

Slide 10 - Slide

Bijzonder taalgebruik
  • Je kunt een tekst mooier maken met bijzonder taalgebruik.



  • Wat valt je op?
  • Je noemt een eigenschap die altijd bij dat begrip hoort.



Slide 11 - Slide

Bijzonder taalgebruik
Je zegt twee keer hetzelfde met andere woorden.

Slide 12 - Slide

Bijzonder taalgebruik
Je kunt een tekst mooier maken met bijzonder taalgebruik. Dat kan bijvoorbeeld door woorden te gebruiken die eigenlijk niet nodig zijn. 

Slide 13 - Slide

Bijzonder taalgebruik
Een gedicht is een tekstsoort van bijzonder taalgebruik:
- Versregels (niet de hele blz. is gevuld)
- Strofes (alinea’s van een gedicht)
- Rijm



Slide 14 - Slide

Ze lachte en lachte, maar het gelach leek nooit te stoppen.
herhaling
opsomming
tegenstelling

Slide 15 - Drag question

Herhaling
Tegenstelling
Opsomming
In de stille kamer knettert zij van woede.
Jan kocht: verf, hout, lijm en schuurpapier.
Nooit, nooit meer ga ik daar naar toe!

Slide 16 - Drag question

Je maakt iets erger of groter dan het in de werkelijkheid is
Je zet een aantal dingen op een rij of je noemt ze na elkaar op.
Je herhaalt woorden of zinnen, of je zegt meerdere keren hetzelfde, maar telkens net iets anders.
Je zet dingen tegenover elkaar, waardoor de verschillen opvallen.
Herhaling
Opsomming
Tegenstelling
Overdrijving

Slide 17 - Drag question

Huiswerk voor  17 okt
Maken opdr. 2 t/m 7  Verhaalsoorten herkennen
Je herkent een gedicht.
Je herkent beoordelingswoorden
Leren bijzonder taalgebruik:
Herhaling OpsommingTegenstelling













Slide 18 - Slide