Leven met een verslaving

Leven met een verslaving
1 / 26
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Leven met een verslaving

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Je benoemt wat een verslaving is.
  • Je legt uit wat het verschil is tussen lichamelijke en geestelijke afhankelijkheid. 
  • Je weet welke fasen van verslaving er zijn en wat daar kenmerkend voor is. 

Slide 2 - Slide

Waar ben jij een beetje verslaafd aan?

Slide 3 - Mind map

Wat is een verslaving?
Eenvoudig gezegd: iemand is verslaafd als het gebruik van het middel zijn leven gaat beheersen. Hij heeft een onweerstaanbare drang om het chemisch (genot)middel te nemen. Hij negeert hiervoor de normale activiteiten en verantwoordelijkheden die het dagelijks leven van hem vragen. Ook als het schadelijke gevolgen voor hem heeft, kan hij het gebruik niet laten. Hij is als het ware de slaaf van het middel. Hij is eraan overgeleverd, omdat hij er afhankelijk van is geworden. De kern van verslaafd zijn, is dus afhankelijk zijn. 
  • Nederland telt 2 miljoen mensen met problematisch gebruik van middelen. 

Slide 4 - Slide

Kenmerken
  • Buitensporig veel meer gebruiken dan de bedoeling was.
  • Buitensporig veel tijd besteden aan het verkrijgen en gebruiken.
  • Aanhoudend problemen hebben met het minderen of beheersen van het gebruik, ondanks dat die wens aanwezig is.
  • Er is een voortdurende hevige hunkering (‘zucht’).
  • Als gevolg van het gebruik de dagelijkse verantwoordelijkheden moeilijk/niet kunnen vervullen.








Slide 5 - Slide

Kenmerken vervolg
  • Doorgaan met het gebruik ondanks gevolgen zoals sociale, interpersoonlijke, relationele, psychische of lichamelijke problemen.
  • Het ontwikkelen van gewenning en/of ontwenningsverschijnselen.
  • Gebruik ook in situaties die risico met zich meebrengen voor de veiligheid van zichzelf of van anderen.

Slide 6 - Slide

Wat wordt er bedoeld met verslaving?
A
Het lichaam is gewend geraakt aan de werking van het genotsmiddel
B
Niet alleen het lichaam, maar ook de geest kan afhankelijk worden van het genotsmiddel
C
Als je verslaafd bent zie je er altijd uit als een junk of zwerver

Slide 7 - Quiz

Als je lichamelijk afhankelijk bent protesteert je lichaam als je stopt met gebruiken
Waar
Niet waar

Slide 8 - Poll

Lichamelijk - geestelijk afhankelijk
  • Lichamelijk:  wil zeggen dat door het gebruik van het middel, er lichamelijke veranderingen zijn ontstaan. Een lichamelijke verandering blijkt uit gewenning (tolerantie) en ontwenningsverschijnselen. Gewenning heeft te maken met de neiging van het lichaam om zich aan een herhaaldelijk gebruikt middel aan te passen. Je hebt dan, voor eenzelfde effect, steeds grotere hoeveelheden nodig. Als je vervolgens abrupt stopt met het middel of te weinig gebruikt dan gaat het lichaam protesteren en kunnen er ontwenningsverschijnselen ontstaan.

  • Geestelijk: wil zeggen dat een middel wordt gebruikt om aan bepaalde psychische behoeften te voldoen, zoals het verminderen van stress of angstgevoelens. Bij psychische afhankelijkheid staat centraal: het gevoel niet te kunnen functioneren zonder het middel. Er is een onweerstaanbare drang (‘zucht’) om het middel te gebruiken, ongeachte de eventuele schadelijke lichamelijke gevolgen. Alles draait om het verkrijgen van het middel.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

De verslavingsgevoeligheid van de zorgvrager speelt een belangrijke rol in het ontstaan van een verslaving
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Alcohol is...
A
geestelijk verslavend
B
lichamelijk verslavend
C
zowel geestelijk als lichamelijk verslavend

Slide 16 - Quiz

Slaapmiddelen kunnen verslavend zijn
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Op wat voor manier hebben jullie met verslaving te maken in de praktijk?

Slide 24 - Open question

Volgende les:
  • Verder met 'leven met een verslaving' 

Slide 25 - Slide

Wat heb je voor nieuws geleerd deze les?

Slide 26 - Mind map