In principe gebruiken we altijd de bedrijvende vorm. Dat is het meest duidelijk voor de lezer. Er zijn vijf gevallen wanneer de lijdende vorm nuttig kan zijn:
a als het onbekend is wie de handeling uitvoert.
Trump is beschoten tijdens zijn speech.
b Als het onbelangrijk is wie de handeling uitvoert.
In de buurt wordt een nieuw bos aangeplant.
c Als het overduidelijk is wie de handeling uitvoert.
De ambulance werd voorgereden.
d Als je de handeling of het object centraal wilt stellen ipv de handelende persoon.
Oud-premier Rutte wordt een titel gegeven voor zijn werk als premier.
e Als je daarmee onduidelijkheid kunt vermijden.
De ambtenaar die door de schoonmaker beschuldigd werd van fraude, kreeg ontslag.
bedrijvend zou er staan: De ambtenaar die de schoonmaker beschuldigde van fraude, kreeg ontslag.