Woordenkraker deel 5

• Nederlands
• Secundair onderwijs

Les 9: Woordenkraker

Deel 5 - Dit zijn de hoofdpunten

Zet je naamkaartje terug op de bank.

Klasafspraken, ken je ze nog?

Inleidend verhaal 

Wat zal ik leren?

- Ik kan bepalen welke woorden ik al wel en nog niet ken.

- Ik gebruik strategieën om de betekenis van woorden te achterhalen.

- Ik kan de woordenschat uit deel 5 uitleggen in eigen woorden.

- Ik kan de woordenschat uit deel 5 gebruiken in mondelinge en schriftelijke communicatie.  

Welke woorden begrijp ik al?

Lees de woorden.

- Van welke woorden ken je de betekenis al?

- Van welke woorden ken je de betekenis nog niet?

- Bij welke woorden twijfel je aan de betekenis?

- Wissel uit met je buur: kan je de betekenis afleiden uit delen van het woord, ken je het woord uit andere talen,...?

Woordenkraker

Neem leerwerkboek p. 269-270, oef. 3 - 4 - 5. 

We maken deze oefeningen samen. 

Een kleine race tussendoor

Herken je de uitdrukking in deze tekening?

Wie is het snelst? 

Woordenkraker

Maak zelfstandig oef. 6, 7 en 8. 

Controleer na elke oefening je eigen werk met de verbetersleutel (achteraan beschikbaar).

Hulp nodig?

Vraag hulp aan je buur of aan de leerkracht (steek je hand op). 

Tijd over?

Keuzeopdracht:

- verder inoefenen van dezelfde woorden:

                    - schrijfopdracht 
- extra woordenschat leren en oefenen:
                   - leerwerkboek p. 272 - oef. 13 tem 15  

Werk op eigen tempo.

Hulp nodig? Spreek je buur of leerkracht aan (hand opsteken). 

Wie kraakt dit woord? 

Ze waren verontwaardigd door de aantijgingen? 

Welke woorden heb je geleerd?
Welke strategieën hebben geholpen
om nieuwe woorden te begrijpen?
Hoe zal je in de toekomst je woordenschat uitbreiden?