What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
L5 Gevoelswaarde van woorden
pag. 48
5
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Secundair onderwijs
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
pag. 48
5
Slide 1 - Slide
Hoe zou je de leeftijd van deze mensen omschrijven?
Slide 2 - Slide
Deel 1: woordkeuze
denotatie en connotatie
Slide 3 - Slide
Bekijk het fragment uit
Het Journaal.
Beantwoord per 2 de vragen op p. 48 (a, b, c, d).
Slide 4 - Slide
Waarom heeft 'bejaarde' volgens Ruud Hendrickx een negatieve bijklank?
Slide 5 - Open question
3. Welke woorden klinken eerder neutraal, positief of negatief?
negatief
neutraal
positief
bejaarde
gepensioneerde
oudere
jagger
vitalo
Slide 6 - Drag question
3.
Slide 7 - Slide
Lees de onthoudkader en verbind de juiste term met de betekenis.
pag. 49
denotatie
connotatie
objectieve betekenis
gevoelswaarde van een woord
Slide 8 - Drag question
Kies een afbeelding (p. 50).
Beschrijf de situatie 3 keer: neutraal, positief, negatief.
Slide 9 - Slide
Deel 2: Eufemisme en dysfemisme
pag. 51
Slide 10 - Slide
p. 51 - oefening 1
Lees de tekst
JARGON
Eufemismen
aandachtig.
timer
1:00
Slide 11 - Slide
1a Hoe definieer je het begrip 'eufemisme' op basis van het artikel?
Slide 12 - Open question
p. 52 - oefening 2
Lees de tekst.
timer
1:00
Slide 13 - Slide
2a Hoe definieer je het begrip 'dysfemisme' op basis van het artikel?
Slide 14 - Open question
p. 52 - oefening 3
Koppel het juiste dysfemisme en eufemisme aan de woorden.
timer
2:00
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
p. 52 - oefening 4
Bespreek met je buur: zoek de neutrale woorden voor de eufemismen en dysfemismen.
timer
2:00
Slide 17 - Slide
extra reistijd
Slide 18 - Mind map
ongewenst bezoek
Slide 19 - Mind map
Blijf er met je poten af!
Slide 20 - Mind map
zielenknijper
Slide 21 - Mind map
Slide 22 - Slide
Deel 3: Synoniem en antoniem
Slide 23 - Slide
synoniemen
antoniemen
woorden met een tegengestelde betekenis, bvb. groot - klein
verschillende woorden met dezelfde betekenis, bvb. kwaad - boos
Slide 24 - Drag question
p. 53/54
Vul oefening 1 t.e.m. 3aan.
timer
5:00
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slide 30 - Video
EXIT-TICKET
Wat maakt de woorden 'expat' en 'migrant' verschillend? Gebruik de terminologie uit les 12.
Slide 31 - Open question
Diddit
Maak de zelftest.
Slide 32 - Slide
More lessons like this
L12 Gevoelswaarde van woorden
November 2023
- Lesson with
44 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
L12 Gevoelswaarde van woorden
November 2022
- Lesson with
40 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Objectief - subjectief taalgebruik - Campus Groen - Les 8 (Deel 2)
October 2022
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Objectief - subjectief taalgebruik - Campus Geel - Les 4
September 2023
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Objectief - subjectief taalgebruik
January 2023
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 15: objectief en subjectief taalgebruik
November 2020
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
L2 Kortfilms vergelijken (p. 18-25)
September 2023
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
L10 Kortfilms vergelijken (p. 98-105)
January 2024
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Secundair onderwijs