P1.3 GZ basisjaar GMK

P1.3 GZ basisjaar GMK
1 / 30
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

P1.3 GZ basisjaar GMK

Slide 1 - Slide

Wat is allergie?

Slide 2 - Open question

Antihistaminica tabletten werken..
A
systemisch
B
lokaal

Slide 3 - Quiz

Oogdruppels werken..
A
systemisch
B
lokaal

Slide 4 - Quiz

Een voorbeeld van een antihistaminicum is...
A
paracetamol
B
ibuprofen
C
prostaglandine
D
loratadine

Slide 5 - Quiz

Wat is de werking van antihistaminica?
A
voorkomt allergische reacties
B
blokkeert het effect van histamine

Slide 6 - Quiz

Wat is de werking van corticosteroiden bij een allergie?
A
ontstekingsremmend, remt allergische reactie
B
voorkomt allergische reactie

Slide 7 - Quiz

adrenaline (Epipen) wordt ingezet bij.....
A
ontsteking
B
pijn
C
anafylaxie
D
sufheid

Slide 8 - Quiz

Welk middel wordt gebruikt bij een neusverkoudheid?
A
xylomethazoline
B
levocabastine
C
cromoglicinezuur
D
adrenaline

Slide 9 - Quiz

Keelontstekling wordt meestal veroorzaakt door een....
A
bacterie
B
virus

Slide 10 - Quiz

Wat is spruw?
A
een bacteriële infectie
B
jeuk
C
schimmelinfectie in de mond
D
droge huid

Slide 11 - Quiz

Welk middel krijgt een baby van 2 maanden tegen spruw?
A
nystatine suspensie
B
daktarin orale gel

Slide 12 - Quiz

Wat is de werking van Nystatine
A
Doodt bacteriën
B
Mestcelstabilisator
C
Doodt schimmels en gisten
D
Decongestivum

Slide 13 - Quiz

Noem 2 soorten hoest

Slide 14 - Open question

Wat is otitis externa?
A
uitwendige oorontsteking
B
middenoorontsteking

Slide 15 - Quiz

Behandeling otitis externa met...
A
xylomethazoline
B
zure oordruppels en corticosteroïd
C
noscapine
D
loratadine

Slide 16 - Quiz

Noem een aantal oogklachten

Slide 17 - Open question

welke medicatie kan je gebruiken bij droge ogen?
A
Duratears
B
Livocab
C
Timolol
D
Bimatoprost

Slide 18 - Quiz

Toedieninsweg via het oog
A
auriculair
B
oculair

Slide 19 - Quiz

Medicatie die gebruikt wordt bij ooginfectie met een bacterie
A
duratears
B
livocab
C
hydrocortison
D
fucithalmic

Slide 20 - Quiz

Bijwerking chlooramfenicol oogzalf
A
wazig zien
B
droge ogen

Slide 21 - Quiz

Wat is staar?
A
ontstoken oog
B
een troebel ooglens

Slide 22 - Quiz

Hoe wordt staar behandeld?
A
operatief
B
oogdruppels

Slide 23 - Quiz

Waarom gebruik je na een staaroperatie oogdruppels?

Slide 24 - Open question

Welke oogdruppel wordt gebruikt na een staaroperatie?
A
Duratears
B
aciclovir
C
chlooramfenicol
D
Tobradex

Slide 25 - Quiz

Wat is glaucoom?
A
Hoge oogboldruk met als gevolg een beschadigde oogzenuw
B
troebele ooglens die vervangen moet worden

Slide 26 - Quiz

Welke medicatie wordt gebruikt bij glaucoom?
A
timolol/bimatoprost
B
tobradex
C
fucithalmic
D
hylan

Slide 27 - Quiz

Welke medicatie vermindert de aanmaak van kamerwater?
A
bimatroprost
B
timolol
C
terra-cortril
D
cromoglicinezuur

Slide 28 - Quiz

Hoe lang moet je je traanbuis dichtdrukken na druppelen?
A
1-3 seconden
B
1-3 minuten
C
60 seconden
D
30 seconden

Slide 29 - Quiz

Noem 2 toedieningsvormen voor in het oog

Slide 30 - Open question