Les 4 4H Beco Rente vooruit en achteraf betalen

Planning vandaag
- Herhalen kosten & uitgaven
- Bespreken onderwerp: kosten & uitgaven op de mutatiebalans
- Bespreken onderwerp: rente vooruit en achteraf betalen

1 / 19
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning vandaag
- Herhalen kosten & uitgaven
- Bespreken onderwerp: kosten & uitgaven op de mutatiebalans
- Bespreken onderwerp: rente vooruit en achteraf betalen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen: kosten & uitgaven
- Je kunt het verschil tussen kosten en uitgaven uitleggen.
- Je kunt uitleggen waarom aflossing geen kostenpost is.
- Je kunt de interestkosten, interestuitgaven, aflossing en schuldrest bij een lineaire lening berekenen (zowel bij vooruitbetaalde als achteraf betaalde interest).
- Je kunt de waarde van de balansposten 'vooruitbetaalde rente' en 'nog te betalen rente' berekenen bij een lineaire lening.
- Je kunt de waarde van de balansposten 'vooruitbetaalde rente' en 'nog te betalen rente' berekenen bij een lineaire lening.

Slide 2 - Slide

Herhalen: kosten en uitgaven
Een aantal vragen om het onderwerp kosten & uitgaven te herhalen

Slide 3 - Slide

Twee stellingen:
I. Uitgaven zijn altijd inclusief btw
II. Kosten zijn altijd exclusief btw
A
Beide stellingen zijn juist
B
Stelling I is juist en stelling II is onjuist
C
Stelling II is juist en stelling I is onjuist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 4 - Quiz

Twee stellingen:
I. Kosten zorgen voor een daling van de liquide middelen
II. Uitgaven zorgen voor een daling van het eigen vermogen
A
Beide stellingen zijn juist
B
Stelling I is juist en stelling II is onjuist
C
Stelling II is juist en stelling I is onjuist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 5 - Quiz

Twee stellingen:
I. Aflossen op een lening is een uitgaven geen kosten
II. Afschrijvingskosten zijn een kostenpost en een uitgaven
A
Beide stellingen zijn juist
B
Stelling I is juist en stelling II is onjuist
C
Stelling II is juist en stelling I is onjuist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 6 - Quiz

Rente is kosten en/of uitgaven
A
Kosten
B
Uitgaven
C
Beide
D
Beide niet

Slide 7 - Quiz

Wat verandert er op de balans door afschrijvingskosten?
A
Eigen vermogen en vreemd vermogen
B
Eigen vermogen en liquide middelen
C
Vreemd vermogen en liquide middelen
D
Eigen vermogen en vaste activa

Slide 8 - Quiz

Wat verandert er op de balans als je gaat aflossen?
A
Eigen vermogen en vreemd vermogen
B
Eigen vermogen en liquide middelen
C
Vreemd vermogen en liquide middelen
D
Eigen vermogen en vaste activa

Slide 9 - Quiz

Hoe herken je kosten en uitgaven op een mutatiebalans?

Debet
Credit
Vaste activa

Vlottende activa

Liquide middelen

TOTAAL
Eigen vermogen

Lang vreemd vermogen

Kort vreemd vermogen

TOTAAL

Slide 10 - Slide

Je gaat € 250 rente betalen op je lening. Wat verandert er op je balans?
Debet
Credit
Vaste activa              

Vlottende activa

Liquide middelen      - € 250

TOTAAL
Eigen vermogen         - € 250    

Lang vreemd vermogen

Kort vreemd vermogen

TOTAAL

Slide 11 - Slide

Je gaat € 1.500 afschrijven op je bestelwagen. Wat verandert er op je balans?
Debet
Credit
Vaste activa              - € 1.500

Vlottende activa

Liquide middelen

TOTAAL
Eigen vermogen       - € 1.500

Lang vreemd vermogen

Kort vreemd vermogen

TOTAAL

Slide 12 - Slide

Je gaat € 2.000 aflossen op een lening welke langer dan 1 jaar loopt. Wat verandert er op je balans?
Debet
Credit
Vaste activa              

Vlottende activa

Liquide middelen      - € 2.000

TOTAAL
Eigen vermogen       

Lang vreemd vermogen - € 2.000

Kort vreemd vermogen

TOTAAL

Slide 13 - Slide

Stappenplan 
(rente en aflossing bij lineaire lening)
1. Teken een tijdlijn (momenten van rentebetalingen en aflossing)
2. Restschuld bepalen voor elke periode
3. Los op, drie mogelijke vragen:
- Uitgaven --> rente en aflossing
- Kosten --> alleen rente
- Balans --> vooruitbetaalde rente of nog te betalen rente

Slide 14 - Slide

De rente wordt vooruitbetaald

Slide 15 - Slide

De rente wordt achteraf betaald

Slide 16 - Slide

Extra oefening rente achteraf betaald
De rente wordt achteraf betaald

De volgende informatie is gegeven voor een 5%-lening:
- Per 1 januari 2021 bedraagt de schuldrest € 175.000
- De rente wordt aan het einde van ieder kwartaal achteraf betaald
- Elk jaar wordt op 1 juli € 25.000 afgelost
1. Teken een tijdlijn voor de jaren 2021 en 2022
2. Bereken de uitgaven met betrekking tot de lening op 30 september 2021 en 2022
3. Bereken de kosten met betrekking tot de lening in juli 2022
4. Bereken het bedrag dat in verband met de interest van de lening op de balans van 31 augustus 2022 moet worden opgenomen en geef aan onder welke balanspost dit vermeld moet worden

Slide 17 - Slide

Antwoorden
2. 2021: 150.000/100 x 5 x 3/12= 1875,-
2022: 125.000/100 x 5 x 3/12=1562,50
(aflossingen speelt geen rol, omdat die op 1 juli zijn
3. 125.000 /100 x 5 x 1/12=520,83
4. Juli en aug de rente nog betalen
125.000/100 x 5 x 2/12= 1041,67

Slide 18 - Slide

Aan de slag in je boek
- Samen werken met je buurman/buurvrouw
- Aan de slag met de opdracht: interest vooruit en achteraf betalen (BLZ. 220 + 221) 

Slide 19 - Slide