Samenvatting Verbintenissenrecht VRAG

Succes!
1 / 42
next
Slide 1: Slide
VerbintenissenrechtMBOStudiejaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Succes!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesweek 1

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

art. 6:162 BW onrechtmatige daad 
Lesweek 2

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Lesweek 3

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Lesweek 4

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Lesweek 5

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Lesweek 6

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Lesweek 7

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Oefenopdrachten uit eerdere lessen

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Noem de juridische term voor:

uiting van een persoon waarin hij kenbaar maakt dat hij ten aanzien van een bepaald goed een overeenkomst met een ander wil sluiten door iets beschikbaar te stellen.
A
Aanbod
B
Aanvaarding

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Noem de juridische term voor:

bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek waarvan partijen in hun contract af mogen wijken. Deze bepalingen vullen het contract aan als de partijen op een bepaald punt niets hebben geregeld. Als de partijen iets niet hebben geregeld, kunnen zij dus terugvallen op deze bepalingen uit de wet.
A
Dwingend recht
B
Aanvullend recht

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Noem de juridische term voor:

vrijheid van partijen om, binnen onze rechtsorde, zelf de inhoud van hun contract vast te stellen.
A
Redelijkheid en billijkheid
B
Contractvrijheid

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Noem de juridische term voor:

aanbod dat nog kan worden ingetrokken onmiddellijk nadat het is aanvaard.
A
Aanvaarding
B
Vrijblijvend aanbod

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Noem de juridische term voor:

houding die de wet van de bij een overeenkomst betrokken partijen vraagt om zich niet alleen door eigen belang te laten leiden, maar ook rekening te houden met de belangen van de wederpartij
A
Redelijkheid en billijkheid
B
Inlevingsvermogen

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

Noem de juridische term voor:

wilsgebrek waarbij de wil wordt gevormd onder invloed van bijzondere omstandigheden die de wederpartij kende en waarvan zij misbruik maakt.
A
Dwaling
B
Misbruik van omstandigheden

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Noem de juridische term voor:

gebruik dat al lange tijd in een bepaalde kring of branche als 'recht' wordt ervaren.
A
Redelijkheid en billijkheid
B
Gewoonte

Slide 39 - Quiz

This item has no instructions

Noem de juridische term voor:

rechtshandeling die geen gevolgen heeft in het recht, omdat deze handeling meteen al ongeldig is.
A
Nietig
B
Vernietigbaar

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Noem de juridische term voor:

onvoorwaardelijke acceptatie van het aanbod.
A
Het ja-woord
B
Aanvaarding

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Noem de juridische term voor:

situatie waarin de wil om een rechtshandeling aan te gaan, niet goed is gevormd vanwege dwang, bedrog of een onjuiste voorstelling van zaken, of waarin misbruik is gemaakt van bijzondere omstandigheden.
A
Handelingsonbekwaam
B
Wilsgebrek

Slide 42 - Quiz

This item has no instructions