grammatica HAVO (woordsoorten hh jaar 1)

1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesdoelen 
Ik weet hoe ik verschillende woordsoorten kan herkennen in een zin.

Slide 2 - Slide

Lijst te kennen woordsoorten
zelfstandig naamwoord
bijvoeglijk naamwoord
lidwoord (bepaald en onbepaald)
werkwoord (hulpww, koppelww, zelfst. ww)
voorzetsel
bijwoord
voegwoord
voornaamwoorden (bez. -pers. -vr.- aanw. -onbep. -bep. - betr. -wederkerig- wederkerend)

Slide 3 - Slide

De buurman die daar loopt, komt vaak bij ons iets lenen.
'die' is hier:
A
een lidwoord
B
een aanwijzend voornaamwoord
C
een voorzetsel
D
een betrekkelijk voornaamwoord

Slide 4 - Quiz

Wie heeft mijn pen in zijn tas gedaan?
'Wie' is hier:
A
een zelfstandig naamwoord
B
een vragend voornaamwoord
C
een lidwoord
D
een bijvoeglijk naamwoord

Slide 5 - Quiz

Jan is gisteren verdrietig naar huis gegaan.
'is' is hier:
A
een koppelwerkwoord
B
een zelfstandig werkwoord
C
een hulpwerkwoord
D
een zelfstandig naamwoord

Slide 6 - Quiz

Heeft iemand hier iets over te zeggen?
'iemand' is hier een:
A
onbepaald voornaamwoord
B
vragend voornaamwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 7 - Quiz

Dat meisje is populair.
'Dat' is hier:
A
een lidwoord
B
een aanwijzend voornaamwoord
C
een betrekkelijk voornaamwoord
D
een vragend voornaamwoord

Slide 8 - Quiz

Aan de slag / huiswerk

Kern Nederlands: Les 5

Maken: Opdr. 1, 2, 3, 6 en 7 maken

Klaar? Op de volgende dia kun je een oefentoets maken!


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link