3B1 H1 spelling les 1: leestekens

Planning:
- Wat weet je al?
- Wat zijn de regels volgens de theorie
- Aan de slag

Doel: hoofdletters, punten en vraagtekens gebruiken
hoofdletters, dubbele punt en aanhalingstekens in citaten gebruiken. Komma's gebruiken
Basis instructie: iedereen
Verlengde instructie: Justice, Thijs, Yannick, Bent, Shak

Bas, Keano, Shak, Omer Scores instaptoets!!!!!!
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Planning:
- Wat weet je al?
- Wat zijn de regels volgens de theorie
- Aan de slag

Doel: hoofdletters, punten en vraagtekens gebruiken
hoofdletters, dubbele punt en aanhalingstekens in citaten gebruiken. Komma's gebruiken
Basis instructie: iedereen
Verlengde instructie: Justice, Thijs, Yannick, Bent, Shak

Bas, Keano, Shak, Omer Scores instaptoets!!!!!!

Slide 1 - Slide

Welke leestekens ken je?

Slide 2 - Mind map

Regels over leestekens
Punt 
einde van een zin
De hond is moe. 
Vraagteken
eind van een vraagzin
Is de hond moe?
Uitroepteken
einde van een zin met extra nadruk
De hond is moe!

Slide 3 - Slide

Leestekens - vervolg
Komma
1. tussen 2 pv's 
2. tussen een opsomming
3. na een naam of uitroep (begin van een zin)
4. voor omdat, terwijl, nadat, toen, want
1. Nadat Mart zijn boek had uitgelezen, schreef hij direct zijn fictiedossier. 
2. Ik heb 3 kleuren; blauw, rood en groen. 
3. Lianne, help me even.  
4. Hij is blij, want hij heeft een miljoen gewonnen. 
Citaat
Letterlijk overnemen wat iemand zegt. 
Voor het citaat zet je een dubbele punt.
Zet het citaat tussen aanhalingstekens.
Sharona vroeg: 'Mevrouw, wat is een citaat?'

Zij riep: Hier, deze kant op!'

Slide 4 - Slide

Verzin zelf een voorbeeldzin met een citaat.

Slide 5 - Open question

Controle: sleep de leestekens naar de juiste plaats
- aan het eind van een zin
- aan het eind van een vraagzin
- aan het eind van een zin met extra nadruk
- tussen twee persoonsvormen / tussen delen van een opsomming / na een naam of uitroep aan het begin van een zin / vóór verbindingswoorden
PUNT
VRAAGTEKEN
UITROEPTEKEN
KOMMA

Slide 6 - Drag question

Aan de slag
Doel: hoofdletters, punten en vraagtekens gebruiken
hoofdletters, dubbele punt en aanhalingstekens in citaten gebruiken. Komma's gebruiken

Wat: opdrachten online Spelling leestekens

Klaar: Fictie
timer
30:00

Slide 7 - Slide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 8 - Open question

Waar heb je hulp bij nodig?

Slide 9 - Open question

Hoe heb je gewerkt in de les?
sleep de ster naar je inzet van de les 
super! ik ben 
trots
 op mijzelf 
prima 
gedaan
best oké 
Totaal geen zin. Niks gedaan
Had meer kunnen 
doen

Slide 10 - Drag question

Tot morgen ! 

Slide 11 - Slide