Lading

Lading
paragraaf 5.1 (!)
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lading
paragraaf 5.1 (!)

Slide 1 - Slide

Vorige les: Weerstanden
Quiz!
Wat is de eenheid van spanning?




Slide 2 - Slide

Vorige les: Weerstanden

Slide 3 - Slide

Vorige les: Weerstanden
Spanning is 8 volt, en de stroomsterkte is 4 ampère, wat is de weerstand ?


Slide 4 - Slide

Vorige les: Weerstanden

Slide 5 - Slide

Vorige les: Weerstanden
Welke van de volgende grafieken geeft een ohmse weerstand weer?



Slide 6 - Slide

Vorige les: Weerstanden

Slide 7 - Slide

Vorige les: Weerstanden
Welke van de volgende formules is juist?




Slide 8 - Slide

Vorige les: Weerstanden
Welke van de volgende formules is juist

Slide 9 - Slide

Vorige les
stroomsterke --> hoe snel de stroom loopt 
spanning --> energie in de stroom


Slide 10 - Slide

Leerdoelen
1. Je kunt beschrijven hoe je een neutraal voorwerp kunt laden

2. Je kunt uitleggen wat de verschillen en overeenkomsten zijn tussen positieve en negatieve lading

3. Je kunt beschrijven hoe een geladen voorwerp lading kwijt kan raken en weer neutraal kan worden

4. Je kunt berekeningen uitvoeren met de formule Q = I•t.

5. Je kunt voorbeelden noemen van spanningsbronnen

Slide 11 - Slide

Atoommodel
Kern 
+protonen en neutronen
- elektronen

Slide 12 - Slide

elektronen
 negatief geladen

Deeltjes met dezelfde lading stoten elkaar af 

Voorwerp met te veel of te weinig elektronen is geladen

Slide 13 - Slide

een neutraal voorwerp opladen

Slide 14 - Slide

Te veel elektronen
Voorwerp is negatief geladen

Min-lading

Negatief geladen voorwerpen
stoten elkaar af

Slide 15 - Slide

Te weinig elektronen
Kern van een atoom is
positief geladen

Plus-lading

Positief geladen voorwerpen
stoten elkaar af

Slide 16 - Slide

Verschillende ladingen


Te veel elektronen                                                     Te weinig elektronen

Slide 17 - Slide

Lading meten
Eenheid van lading is coulomb

Q = I  • t

lading = stroomsterkte  • tijd

Slide 18 - Slide

Weer naar neutraal
Verschillende ladingen trekken elkaar aan

gelijke ladingen stoten elkaar af

zorgt dat elektronen zo bewegen dat alles neutraal geladen wordt

Slide 19 - Slide

Weer naar neutraal

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Elektronen in een stroomkring

Slide 22 - Slide

Elektronen in een stroomkring
Lading (in coulomb) = Geeft aan of een voorwerp te veel of te weinig elektronen heeft

Stroomsterkte (in ampère) = hoeveelheid elektronen (de lading) per seconde

Spanning (in volt) = Hoeveelheid energie in de elektronen


Slide 23 - Slide

Opdracht
Phet, Balloons and Static Electricity

1 laptop per tweetal

geluid: UIT

Toon geen ladingen, verwijder muur

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Link

Opdracht
-. In fluistertoon

-. Aan het einde (af) met namen erop
inleveren

-. Begin volgende les feedback
timer
12:00

Slide 26 - Slide

Check

Slide 27 - Slide

Leerdoelen
1. Je kunt beschrijven hoe je een neutraal voorwerp kunt laden

2. Je kunt uitleggen wat de verschillen en overeenkomsten zijn tussen positieve en negatieve lading

3. Je kunt beschrijven hoe een geladen voorwerp lading kwijt kan raken en weer neutraal kan worden

4. Je kunt berekeningen uitvoeren met de formule Q = i • t.

5. Je kunt voorbeelden noemen van spanningsbronnen

Slide 28 - Slide

Afsluiting
Volgende les:

Opdracht terugkrijgen

Demonstratie: van der graaff generator

Slide 29 - Slide