Geschiedenis 6.1,6.2, 6.5

Deze les:
- Herhaling 6.1 en 6.2
- Samenvatten 6.5 
1 / 34
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Deze les:
- Herhaling 6.1 en 6.2
- Samenvatten 6.5 

Slide 1 - Slide

6.1

Woonplaats en werkplaats
De verandering van Europa na het jaar 1000 

Slide 2 - Slide

Beschrijf waardoor de bevolking na het jaar 1000 groeide

Slide 3 - Open question

Op welke plekken in Nederland ontstonden de eerste steden?
A
Aan zee
B
Aan rivieren of aan zee
C
In het binnenland
D
in bossen

Slide 4 - Quiz

Wie waren de eerste bewoners van de steden?
A
boeren
B
keizers
C
handelaren en ambachtslieden
D
rijke mensen

Slide 5 - Quiz

Wat is de nijverheid? En waardoor groeide de nijverheid?

Slide 6 - Open question

Hoe noem je het als er steden ontstaan in een land?

Slide 7 - Open question

Wat is een gilde?

Slide 8 - Open question

Wat is de Hanze?
A
een verbond tussen handelssteden aan de oost- en noordzee
B
een groep vijanden
C
een soort bankel
D
een markt

Slide 9 - Quiz

Wat zijn voordelen van de Hanze? Klik 2 antwoorden aan.
A
Landen betalen geen tol aan elkaar
B
Landen geven elkaar gratis dingen
C
Landen hebben samen 1 koning
D
Landen strijden samen tegen piraten

Slide 10 - Quiz

Wat betekent 'aanbod'?
A
Wat iemand wil kopen
B
Wat iemand wil verkopen

Slide 11 - Quiz

Wat betekent 'tol'?
A
Geld dat je leent
B
de groei van steden
C
Geld dat je betaalt om een weg, brug of rivier te gebruiken

Slide 12 - Quiz

6.2 Zelfstandige burgers 

- Het groeien van de steden in de Nederlanden 
- Stadsrechten 

Slide 13 - Slide

Wie gaven aan steden stadsrechten? Waarom deden ze dat?

Slide 14 - Open question

Wat kan een stad zelf bepalen als ze stadsrechten hebben?
Meerdere antwoorden zijn goed.
A
de rechtsspraak
B
Het bouwen van stadsmuren
C
de hoogte van belastingen
D
de stad zelf besturen

Slide 15 - Quiz

Hoe werden de burgers van een stad samen genoemd?

Slide 16 - Open question

Waaraan moest je voldoen om het burgerrecht te krijgen? Meerdere antwoorden zijn goed.
A
1 jaar en 1 dag in de stad wonen
B
een geldbedrag betalen
C
een man zijn
D
een beroep hebben

Slide 17 - Quiz

Moest een stad betalen voor stadsrechten
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Wie regelden de rechtspraak en het bestuur in de stad?
A
schepenen
B
de koning
C
de vroedschap
D
de boten

Slide 19 - Quiz

Vanaf de vijftiende eeuw hadden steden ook burgemeester. Door wie werden die gekozen?

Slide 20 - Open question

De schepenen maakten de wetten van de stad. Hoe werden deze wetten genoemd?
A
Regels
B
keuren
C
stukken
D
raadhuizen

Slide 21 - Quiz

Waarom hadden middeleeuwse steden muren om hun stad heen gebouwd?

Slide 22 - Open question

6.5 De kruistochten 
- Deze paragraaf wordt besproken 
- Samenvatting schrijven 

Slide 23 - Slide

Kruistochten

Slide 24 - Mind map

Slide 25 - Video

naar Jeruzalem:
Waarom is Jeruzalem een heilige plek?

  • christenen: Jezus zou er gestorven zijn en was er begraven.
  • joden: stad van de vroegere joodse tempel
  • moslims: Mohammed zou vanaf de Tempelberg een reis naar de hemel gemaakt hebben.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Het Heilige Land bevrijden:
Op 27 november 1095 roept de paus in Clermont de christelijke Europeanen op tot een heilige strijd. 

Rondtrekkende monniken roepen in heel Europa mensen op om mee te doen. Als je sterft onderweg of in de strijd krijg je een volledige aflaat. (al je zonden zijn kwijtgescholen en je gaat naar de hemel) 

Slide 31 - Slide

Het heilige land bevrijden:
Een jaar na de oproep van de paus begint de eerste kruistocht: gewapende tocht van christenen om land van niet-christenen te veroveren.

Slide 32 - Slide

Strijd en handel
  • De tijd van de kruistochten duurde bijna twee eeuwen.'
  • Niet alleen strijd maar ook handel.
  • Kruisvaarders stichtten eigen staatjes (mini landjes) in veroverd gebied. kruisvaardersstaten.
  • Hier maakten de Europeanen kennis met nieuwe producten, er ontstond een levendige handel tussen de Arabieren en Europeanen (vooral Italianen)

Slide 33 - Slide

Je maakt nu een samenvatting van 6.5, daarin schrijf je:
- Waarom de paus in Clermont in 1095 een toespraak hield en wat zijn boodschap was
- Waarom Jeruzalem een belangrijke stad is voor (1) joden (2) christen (3) moslims, daarbij schrijf je ook welke plek belangrijk is voor deze drie groepen. 
- moslims, joden en christenen woonden honderden jaren samen in Jeruzalem. Waarom wilde de Paus in 1095 eigenlijk ineens kruistochten naar Jeruzalem organiseren?
- Hoe werd het leger voor de kruistochten gevormd? Wie gingen mee op kruistocht?
- Wanneer begon de eerste kruistocht naar het Heilige Land (de gebieden waar Jezus leefde)?
- Wanneer bereikten de kruisvaarders voor het eerst Jeruzalem? Hoe verliep de aanval daar? 
-Konden de kruisvaarders Jeruzalem innemen? Hoe kwam dat?
- Beschrijf dat er ook handel ontstond door de kruistochten en tussen welke landen dat was.
- Wat zijn kruisvaardersstaten? 
- Hoe liep het uiteindelijk af met de kruistochten en Jeruzalem? (kijk hiervoor naar de kern van de paragraaf?)

Slide 34 - Slide