V5 Herhaling BS3

Primase
RNA Primer
SSBP's
DNA-polymerase
Helicase
Okazaki fragment
DNA-ligase
1 / 14
next
Slide 1: Drag question
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Primase
RNA Primer
SSBP's
DNA-polymerase
Helicase
Okazaki fragment
DNA-ligase

Slide 1 - Drag question

8

Slide 2 - Video

00:15
Hoe heten deze 'factors'?

Slide 3 - Open question

00:31
Hoe heet het stuk DNA waar de transcriptiefactoren en RNA-polymerase aan binden?
A
Promotor
B
Primer
C
mRNA
D
Startcodon

Slide 4 - Quiz

00:41
Hoe heet deze fase van transcriptie?
A
Initiatie
B
Elongatie
C
Terminatie
D
Lezen

Slide 5 - Quiz

00:53
In welke fase van de transcriptie zitten we nu?
A
Initiatie
B
Elongatie
C
Terminatie
D
Processing

Slide 6 - Quiz

00:56
RNA-polymerase ritst het DNA-molecuul open. Welk enzym doet dit tijdens replicatie?
A
Ligase
B
Helicase
C
Transcriptase
D
DNA-polymerase

Slide 7 - Quiz

01:05
Wat is dat gele molecuul wat hier gevormd wordt?

Slide 8 - Open question

01:07
Met welke streng komt het RNA overeen?

Slide 9 - Open question

01:50
Welke fase was dit?
A
Initiatie
B
Elongatie
C
Terminatie
D
Stop

Slide 10 - Quiz

Stel we willen een bacterie genetisch modificeren om een mensen eiwit te maken. Wat moeten we dan in de bacterie doen?
A
DNA van het gen
B
Een DNA kopie van het mRNA
C
Het pre-mRNA
D
Het eiwit

Slide 11 - Quiz

Van dubbelstrengs DNA heeft een deel van een coderende-streng de nucleotidesequentie CGGATACGGTTA.
Wat is de sequentie van nucleotiden in het RNA-molecuul dat wordt gesynthetiseerd?
A
GCCTATGCCAAT
B
GCCUAUGCCAAU
C
CGGAUACGGUUA
D
UAACCGCACCCG

Slide 12 - Quiz

Een student doet onderzoek naar de nucleotidensamenstelling van een bepaald stuk dubbelstrengs DNA. Hij gebruikt hiervoor het mRNA dat gevormd is door transcriptie van dit bepaalde stuk DNA. Dit mRNA bestaat voor 45% uit adenine, voor 15% uit cytosine, voor 25% uit guanine en voor 15% uit uracil. Op grond van deze gegevens kan de nucleotidensamenstelling van het corresponderende DNA worden afgeleid.
Wat is de procentuele verdeling van de verschillende nucleotiden in dit stuk DNA?

A
20% A, 30% C, 30% G, 20% T
B
25% A, 45 % C, 15% G, 15% T
C
30% A, 20% c, 20% G, 30% T
D
45% A, 15% C, 25% G, 15% T

Slide 13 - Quiz


Transcriptie
Een DNA-fragment dat is geïsoleerd uit een Coli-bacterie heeft de volgende volgorde:

    5' – GTAGCCTACCCATAGG – 3' (coderende streng)

Vanaf de template- of matrijsstreng wordt mRNA gemaakt.
Welke basenvolgorde heeft dit mRNA?

A
3' --CAUCGGAUGGGUAUCC-- 5'
B
5' --GUAGCCUACCCAUAGG-- 3'
C
5' --GGAUACCCAUCCGAUG-- 3'
D
5' --CACAGAUACCCAGAUG-- 3'

Slide 14 - Quiz