Les 3 Peuter deel 2 (klas 2)

1 / 45
next
Slide 1: Slide
OntwikkelingsfasenMBOStudiejaar 1,3

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Kijkvraag
Wat moet je doen als je peuter ergens bang voor is?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Kijkvraag
Wat moet je doen als je peuter ergens bang voor is?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Korte quiz
?
Test je kennis ?

?
     ?


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is de leeftijd van een peuter?
A
1 - 2 jaar
B
1,5 - 3 jaar
C
1,5 - 4 jaar
D
2 - 5 jaar

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Leg uit wat magisch denken is

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Wat is de juiste volgorde?
A
baby > kleuter > peuter
B
peuter > kleuter > baby
C
kleuter > peuter > baby
D
baby > peuter > kleuter

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Als ik mijn speelgoed niet zie, heb ik het niet
De stoel praat tegen mij
Ik word door het doucheputje gespoeld
Animistisch denken
Concreet
denken
Magisch Denken

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Wat is de leeftijd van een peuter?
A
1 - 2 jaar
B
1,5 - 3 jaar
C
1,5 - 4 jaar

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Exploratiedrang betekent de behoefte van de peuter om de wereld te ontdekken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

Zoals je in periode 2 hebt geleerd, ontbreekt bij een zuigeling (baby) het ik-gevoel. Een peuter gaat vanaf 1,5 a 2 jaar ontdekken dat hij zelf een persoon is en los staat van wat er om hem heen gebeurt. Een kind kan dan bijvoorbeeld zeggen ‘ik ben stout’ als hij straf krijgt. Een kind heeft dus door dat hij niet meer zo afhankelijk is van zijn ouders. Een peuter gaat gaandeweg door hebben dat zijn eigen gedrag een bepaald effect heeft. Een simpel voorbeeld is dat een peuter eerst toevallig zijn lepel laat vallen. Daarna gaat hij dit eindeloos met opzet doen. Op deze manier leert een kind dat zijn gedrag effect heeft.

Slide 17 - Slide

Een peuter doet meer sociale contacten op, zeker als het naar een kinderopvang of peuterspeelzaal gaat. Een peuter kan nog niet goed samenspelen. Dit komt omdat hij nog niet in staat is om zich in anderen te verplaatsen. Bij de emotionele ontwikkeling zal hier nader op ingegaan worden. Opvallend is dat peuters niet zozeer met elkaar spelen, maar vooral naast elkaar. Dit noem je ook wel parallelspel. Parallelspel is een manier van spelen waarbij een peuter niet met, maar naast de ander speelt. 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

2.2.1 Egocentrisme
Een peuter bekijkt de wereld vanuit zijn eigen gezichtspunt. Hij kan zich dus nog moeilijk verplaatsen in anderen. Egocentrisme is het onvermogen om zich in anderen te verplaatsen en in anderen in te leven.  Het egocentrisme komt vooral in spel naar voren. Hij maakt vaak ruzie met kinderen of pakt speelgoed af. Een peuter kan zich daarentegen juist goed vermaken in zijn eentje.

Egocentrisme is iets anders dan egoïsme.

Slide 20 - Slide

Een peuter ontwikkelt een eigen wil. Een peuter ontdekt dat hij ook iets anders kan doen dan wat anderen van hem vragen. De koppigheidsfase is de periode in de peutertijd waarbij het kind zich verzet tegen de ouders of verzorgers, door nee te zeggen en/of alles zelf te willen doen. De koppigheidsfase van een peuter is lastig maar onvermijdelijk. Een peuter moet koppig zijn en moet zijn eigen wil uitproberen. Dit is een positieve ontwikkeling. Een ander woord voor de ‘koppigheidsfase’ is ‘peuterpuberteit’.

Slide 21 - Slide

Er wordt ook wel eens gesproken van de ‘Twee is nee fase’. 
Filmpje
Let op het gedrag van het kind en hoe de moeder hierop reageert 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Wat doet de moeder in het filmpje?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Hoe zou je zelf met dit gedrag omgaan?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Hoe kan je omgaan met een koppige peuter..

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

Het is als volwassene niet gemakkelijk om met een koppige peuter om te gaan. Besef dan dat het geen opzet is. Wat kan helpen is een kind een keuze geven. Als je aan een kind vraagt ‘Wil je opruimen?’ kan het kind in principe ‘Nee’ antwoorden. Je kan in plaats daarvan een kind een keuze geven: ‘Wil je voor of na het eten opruimen?’. Zo geef je het kind een gevoel dat hij iets zelf mag bepalen. Ook is het belangrijk dat je tijdig aangeeft dat een kind zijn spel moet beëindigen. Als een kind abrupt zijn spel moet beëindigen, omdat bijvoorbeeld het avondeten klaar staat, raakt hij geïrriteerd. Een kind moet de kans hebben om zijn spel af te maken. Bij het ene kind liggen de grenzen dichterbij dan bij het andere kind. Je kunt een jong kind bijvoorbeeld wel zelf met de poppenbuggy laten lopen, maar dan wel naast mama. 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Casus (verhaaltje) oplossen

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Hoe noem je dit gedrag van Sumeya?

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Hoe zou pedagogisch
medewerker Anna hierop
kunnen reageren?

Slide 33 - Mind map

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

Een peuter begint al langzaam met het ontdekken van zijn eigen lichaam. Vooral bij het zindelijk worden merkt hij dit. Als hij zijn eigen geslachtsdeel aanraakt dan komt dit door nieuwsgierigheid en het groeiend besef dat er een verschil is tussen vrouwen en mannen. Op deze leeftijd hebben dit soort uitingen nog geen seksuele lading. Hij gaat merken dat een man anders is gebouwd dan een vrouw. Ook leert de peuter de geslachtskenmerken beter kennen.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent 'egocentrisme'?

Slide 39 - Open question

This item has no instructions

Peuters spelen niet met elkaar, maar vooral naast elkaar. Dit noem je..
A
imitatiespel
B
parallelspel

Slide 40 - Quiz

This item has no instructions

Hoe ziet de sociale ontwikkeling van een peuter eruit?
A
Peuter kan goed samenspelen en samen werken
B
Peuter heeft moeite om rekening te houden met andere kinderen
C
Sociale ontwikkeling hangt af van de woordenschat van de peuter.
D
.

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Geef een cijfer voor de les
010

Slide 43 - Poll

This item has no instructions

Heb je een vraag of een opmerking?

Slide 44 - Open question

This item has no instructions

Werken in de licentie

Methodiek-> de mens en zijn ontwikkeling-> baby's en peuters

Maak een begin met de opdrachten 4a t/m 7e


Slide 45 - Slide

This item has no instructions