Gereedschap voor techniek

Gereedschap voor techniek
1 / 26
next
Slide 1: Slide
TechniekVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Gereedschap voor techniek

Slide 1 - Slide

Wat doen we deze les?
  • Terugblik: waar waren we mee bezig voor de vakantie?
  • Gereedschapskennis.
  • Project afmaken en nieuwe beginnen.
  • Evaluatie en afsluiting.




Slide 2 - Slide

Doel van de les

Ik ken gereedschap voor hout.
Ik kan een plank opmeten en aftekenen.

Slide 3 - Slide

Terugblik en verkenning

Terugblik: waar waren we mee bezig voor de vakantie?

Verkenning: wat hebben we in vorige lessen geleerd over gereedschap? 




Slide 4 - Slide



Dit is de afbeelding van een ....?
A
Blokhaak
B
Liniaal
C
Schroevendraaier
D
Winkelhaak

Slide 5 - Quiz

Wat is dit voor een gereedschap?
A
Striptang
B
Lijmklem
C
Beugel
D
Zaag

Slide 6 - Quiz



Dit is de afbeelding van een ....?
A
Kolomboormachine
B
Schroevendraaier
C
Accuboormachine
D
Schuurmachine

Slide 7 - Quiz



Dit is de afbeelding van een ......?
A
Figuurzaag machine
B
Machineklem
C
Bankschroef
D
Lijmklem

Slide 8 - Quiz

In deze afbeelding zie je ...?
A
Bouten
B
Bitjes
C
Datjes
D
Schroeven

Slide 9 - Quiz

Wat is dit voor gereedschap en waarvoor wordt het gebruikt?
A
Beitels voor het bewerken van hout
B
Platkopschroeven- draaiers voor schroeven
C
Set priemen voor het slaan van gaten
D
Vijlen voor het gladmaken van hout

Slide 10 - Quiz

Naar welke kant moet je draaien om te boren?
A
Links
B
Rechts

Slide 11 - Quiz

welke gereedschap is dit?


A
Handzaag
B
Figuurzaag
C
Cirkelzaag
D
Decoupeerzaag

Slide 12 - Quiz


Welke schroevendraaier is dit?
A
Sleuf/platkop schroevendraaier
B
Torx schroevendraaier
C
Kruiskop schroevendraaier
D
Gewone schroevendraaier

Slide 13 - Quiz


Welke hamer
is dit?
A
Bolkophamer
B
Vuisthamer
C
Moker
D
Bankhamer

Slide 14 - Quiz

Hoe noemen we
dit gereedschap?
A
liniaal
B
uitlijner
C
waterstok
D
waterpas

Slide 15 - Quiz


A
Liniaal
B
Rolmaat
C
Meetlint
D
Centimeter

Slide 16 - Quiz

Wat betekend het getal van 250 op de verpakking van deze schroeven?
A
De dikte van de schroef
B
De lengte van de schroef
C
Het aantal schroeven in de verpakking
D
Heeft geen betekenis

Slide 17 - Quiz

Wat betekend het getal van 4 op de verpakking van deze schroeven?
A
De dikte van de schroef in mm
B
De lengte van de schroef in mm
C
De dikte van de schroef in cm
D
De lengte van de schroef in cm

Slide 18 - Quiz

Wat betekend het getal van 50 op de verpakking van deze schroeven?
A
De dikte van de schroef in mm
B
De lengte van de schroef in mm
C
De dikte van de schroef in cm
D
De lengte van de schroef in cm

Slide 19 - Quiz


A
Potlood
B
Priem Haakspen
C
Planter
D
Prikpen

Slide 20 - Quiz


A
Boormachine
B
Hamer
C
Beitel
D
Schroevendraaier

Slide 21 - Quiz


A
Klauwhamer
B
Beitel
C
Hamer
D
Schroevendraaier

Slide 22 - Quiz


A
Schrobzaag
B
Figuurzaag
C
Handzaag
D
Decoupeerzaag

Slide 23 - Quiz


A
Oordoppen
B
Koptelefoon
C
Hoorbeschermer
D
Veiligheidsbril

Slide 24 - Quiz

Wat gaan we doen vandaag
Afmaken waar we mee bezig waren
Vogelhuisje: meten is weten

Slide 25 - Slide

Afsluiting & Evaluatie
Hoe ging het?
Doel behaald?
Ik ken gereedschap voor hout.
Ik kan een plank opmeten en aftekenen.

Slide 26 - Slide