This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Studiekeuzedag
naar de tweede graad
Slide 1 - Slide
Eerste graad
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
01:06
Deze doelen moet ELKE leerling behalen
A
basisdoelen
B
eindtermen basisgeletterdheid
C
uitbreidingsdoelen Nederlands
Slide 4 - Quiz
01:16
De modules of KT (1e jaar) en de basisoptie (2de jaar)maken deel uit van
A
de basisvorming
B
het keuzegedeelte
Slide 5 - Quiz
Enkele begrippen
- basisgeletterdheid
- brede basisvorming
- keuzegedeelte
Dit heb je nodig om je in de maatschappij uit de slag te kunnen trekken. Je moet informatie kunnen raadplegen en gebruiken (taal, cijfers...) Je moet met ICT kunnen werken. Je moet financieel- economisch zelfredzaam zijn. Het is dus belangrijk dat iedereen deze eindtermen behaalt.
Iedereen, zowel in de A-stroom als in de B-stroom, verwerft sleutelcompetenties via de algemene vakken. Alle leerlingen moeten hier een zeker niveau behalen.
In het eerste jaar kon je in de A-stroom kiezen voor ontdekkingstrajecten. In de B-stroom kon je ook proeven van 3 modules. In het tweede jaar kan je kiezen voor een bepaalde basisoptie. Dit is belangrijk om je talenten en interesses te ontdekken en je voor te bereiden om een goede studierichting te kiezen in de 2de graad.
Slide 6 - Slide
Observeren en oriënteren. Wat leer je over jezelf
in de eerste graad?
Waar wil ik naartoe?
2de graad : eerste belangrijke studiekeuze
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Wat is 'Taal en cultuur'
A
een finaliteit
B
een domein
C
een studierichting
Slide 9 - Quiz
Binnen een domein bestaan er verschillende studierichtingen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Welke 3 finaliteiten bestaan er?
Slide 11 - Open question
Domeinen of interessegebieden. Je kiest hiervoor op basis van talent en interesse. In onze school bieden we 5 studiedomeinen aan.
Je wordt voorbereid op verderstuderen aan een universiteit (academische bachelor - master) of aan een hogeschool (professionele bachelor).
Je kan gaanwerken of verderstuderen aan een hogeschool (professionele bachelor of graduaatsopleiding).
Je kan gaanwerken, Je kan ook nog verder studeren (7de jaar) in een secundaire school (Se-n-Se) of je kan een opleiding volgen in het hoger beroepsonderwijs (HBO5).
Je kan nog zeer breed kiezen. (bv. Natuurwetenschappen, Latijn, Economische wetenschappen).
Je weet wat bij je past, in welk domein je wil blijven. Je bent goed voorbereid op bepaalde richtingen aan de universiteit, maar niet op alle richtingen. (bv. Technologische wetenschappen, Beeldende en audiovisuele vorming).
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
In de doorstroomfinaliteit vind je studierichtingen
A
uit het ASO
B
uit het ASO en TSO
C
uit het ASO, TSO en KSO
Slide 16 - Quiz
Een professionele bachelor volg je in
A
een hogeschool
B
een universiteit
Slide 17 - Quiz
Als je na een professionele bachelor toch wil doorstromen naar een master volg je