LES 1 GESPREKKEN VOEREN - TAAK 1 GESPREKSVAARDIGHEID

Nederlands
TAAK 1
GESPREKKEN VOEREN

GESPREKSVAARDIGHEID
1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Nederlands
TAAK 1
GESPREKKEN VOEREN

GESPREKSVAARDIGHEID

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • maak je in week van 6 april t/m 10 april.
  • staat gelijk aan 4 lesuren Nederlands.
  • wordt gecontroleert door je docent. Deze kan in de app precies zien wanneer je wat hebt gemaakt.



Slide 2 - Slide

Lesdoelen:
We gaan starten met de voorbereiding op het examen Gesprekken Voeren

Na deze les:

  • weet je welk gespreksdoel er bij een bepaalde situatie hoort
  • weet je welke vaardigheden er bij een actieve gesprekshouding horen
  • ken je het verschil tussen een formeel en informeel gesprek

Slide 3 - Slide

Oriënteren

We gaan nu aan de slag met een aantal oriënterende opdrachten. Je hebt voor deze opdrachten nog geen uitleg nodig. Je gaat onderzoeken welke kennis je al hebt over het onderwerp gespreksvaardigheid.

Slide 4 - Slide

Soorten gesprekken
Er zijn heel veel verschillende soorten gesprekken. Denk maar eens aan de gesprekken die je op school, op je stage/werk en thuis voert. 

Bedenk voor jezelf welke verschillende soorten gesprekken je al kent.
1. Welke soorten gesprekken ken je al?

Slide 5 - Mind map

2. Wat voor soort gesprekken voer je zoal?

Slide 6 - Open question

3. Welke van die gesprekken voer je graag en welke minder graag? Leg je antwoord uit.

Slide 7 - Open question

4. Wat houdt een actieve gesprekshouding volgens jou in?

Slide 8 - Open question

5. Welke gespreksregels ken je? Schrijf er drie op.

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

0

Slide 14 - Video

Lees de situatie
Beantwoord daarna de vragen op de volgende slide






Je hebt een interessante vacature gezien. Voordat je je sollicitatiebrief schrijft, wil je nog aanvullende informatie over de functie en het bedrijf. Daarom bel je met het bedrijf waar je wilt solliciteren. 

Slide 15 - Slide

1. Wat is je gespreksdoel?
2. Wie is je gesprekspartner?

Slide 16 - Open question

3. Is je taalgebruik formeel of informeel?
4. Welke voorkennis verwacht je bij je gesprekspartner?

Slide 17 - Open question

Lees de situatie
Beantwoord daarna de vragen op de volgende slide






Op het station vraagt een oudere dame of je haar wilt uitleggen hoe ze het saldo op haar ov-kaart kan opwaarderen bij een automaat. 

Slide 18 - Slide

1. Wat is je gespreksdoel?
2. Wie is je gesprekspartner?

Slide 19 - Open question

3. Is je taalgebruik formeel of informeel?
4. Welke voorkennis verwacht je bij je gesprekspartner?

Slide 20 - Open question

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Opdracht
Bekijk het youtube-fragment op de volgende slide. Let goed op  Beantwoord daarna de vragen.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

1. Gaat de presentator in op wat zijn gesprekspartner zegt? Leg je antwoord uit met een voorbeeld uit het fragment.

Slide 27 - Open question

2. Neemt de presentator op een beleefde manier de beurt? Leg je antwoord uit met een voorbeeld uit het frament.

Slide 28 - Open question

3. Geef een voorbeeld van een vervolgvraag die in het fragment wordt gesteld. Is dit een open of gesloten vraag?

Slide 29 - Open question

4. Welke kenmerken van een actieve gesprekshouding heb je teruggezien in het fragment?

Slide 30 - Open question

Evalueren
Schrijf 2 dingen op die je van deze les hebt geleerd.

Slide 31 - Open question

Heb je nog tips, vragen of verbeterpunten. Schrijf ze hier op!

Slide 32 - Open question

Slide 33 - Slide