Antwoorden vraag 4, 5 en 6
4a: zonder dam.
4b: Er is minder waterkracht in het stromende water, omdat de stroming geleidelijk gaat. Je
kunt daardoor minder energie opwekken.
4c: Het landschap wordt minder aangetast.
5a: 1 Er zijn in Nederland weinig zonuren.
2 Er is in Nederland weinig ruimte beschikbaar.
5b: B
5c: Windenergie.
6a: Frankrijk en Zwitserland.
6b: Daar zijn meer geschikte rivieren.