1.2 1.3 vervoer en techniek leven verandert

1.2 1.3 vervoer en techniek leven verandert

Wat betekent de infrastructuur?

De stad heeft een uitgebreide infrastructuur.

1. het totaal aantal mensen dat samenwerkt binnen een organisatie
2. de hoeveelheid geld die nodig is om een samenleving goed te laten functioneren
3. de voorzieningen die nodig zijn om goederen en informatie te verspreiden

Wat is geen infrastructuur?

1. Hotel
2. Wegen
3. Vliegveld
4. Internetverbinding

Een taak van de overheid is te zorgen voor een deel van de infrastructuur.
Wat is GEEN voorbeeld van infrastructuur?

1. Parken
2. Bruggen
3. Vliegvelden
4. Internet

Infrastructuur

Voorzieningen die nodig zijn voor vervoer en communicatie, zoals wegen, vliegvelden, havens, internet en het elektriciteitsnetwerk.

Wat is infrastructuur?

1. Alles wat te maken heeft met vervoer
2. Alles wat te maken heeft met machines

Wat hoort niet bij infrastructuur?

1. schepen
2. kanalen
3. spoorlijn
4. wegen

Wat is een voorbeeld van infrastructuur?

1. Fietspaden
2. Internetkabels
3. Huisvesting
4. Dit zijn allemaal vormen van infrastructuur

Wanneer kwam de industrie in Nederland op gang?

1. eerste helft 18e eeuw
2. tweede helft 18e eeuw
3. eerste helft 19e eeuw
4. tweede helft 19e eeuw

De Nederlandse industrie liep achter op andere landen

1. Juist
2. Onjuist

De Republiek (Nederland) had bijna geen industrie. Welke reden past er het beste bij?

1. De Republiek bleef in de 18de eeuw economisch voorop lopen.
2. De Republiek hoefde geen grondstoffen uit het buitenland te halen.
3. Het vervoeren van grondstoffen kostte veel geld.
4. In de Republiek in de 18de eeuw waren er veel stoomachines.

Wat is de betekenis van arbeidsomstandigheden?

1. Voorwaarden waaronder een arbeider moet werken (zoals het loon en het aantal werkuren).
2. Vereniging van mensen met dezelfde leeftijd die moeten werken.
3. Vereniging van mensen met hetzelfde beroep.
4. Voorwaarden waaronder een werkgever (baas) bepaalde zaken moet bepalen.

De arbeidsomstandigheden in de fabriek waren...

1. Oké, mensen werkten hard maar in een gezonde omgeving
2. Goed, ze verdienden voldoende geld in een gezonde omgeving
3. Matig, ze werkten in een ongezonde omgeving maar kregen goed betaald
4. Slecht, het was zwaar werk in ongezonde omgeving

Wat is een correcte omschrijving voor het begrip Industriële Revolutie?

1. De Revolutie die in Frankrijk begon en in de rest van Europa werd voortgezet
2. De digitale Revolutie die in Europa begon vanaf de 19de eeuw
3. De slechte arbeidsomstandigheden en andere misstanden die in de 18de en 19de eeuw veel voorkwam
4. De grote verandering in de 18de en 19de eeuw in West-Europa door de komst van fabrieken en nieuwe vervoersmiddelen

Wat is gevolg van de industriële revolutie?

1. Goedkopere producten
2. Slechte arbeidsomstandigheden
3. Mensen trekken naar de stad voor werk
4. Betere verbindingen tussen steden (meer wegen)

Wat is geen oorzaak voor de opkomst van het socialisme?

1. Slechte arbeidsomstandigh.
2. Urbanisatie
3. Er worden minder mensen geboren
4. Slechte woonomstandigheden

Wat is de sociale kwestie?

1. Een discussie over de goede arbeidsomstandigheden in de 19e eeuw.
2. Een discussie over de slechte omstandigheden van arbeiders in de 19e eeuw.
3. Een sociaal probleem van de rijke mensen in de 19e eeuw.
4. Het probleem dat niet iedereen in de 19e eeuw kiesrecht had.

wat is kinderarbeid?

1. kinderen die naar de mac donalds gaan
2. kinderen die werken en die er voor betaald krijgen
3. kinderen die worden opgesloten
4. kinderen die werken zonder dat ze er betaald voor krijgen

Wie waren tegen kinderarbeid?

1. Eigenaren van de fabriek
2. kinderen zelf
3. ouders van kinderen
4. politici die er regels tegen maakten

Hoe heet de wet die tegen kinderarbeid is?

1. artikel 1.
2. kinderverdrag.
3. kinderwetje van van houten.
4. de kinderwet.

Wat was geen oorzaak van het verdwijnen van kinderarbeid?

1. kinderwetje van Van Houten
2. leerplichtwet
3. beter onderwijs
4. economische bloei

Wie heeft er voor gezorgd dat kinderarbeid minder werd?

1. Samuel van Houten
2. Thorbecke
3. Willem Drees
4. Meneer Apeldoorn

Wat is kinderarbeid

1. Kinderen werkten thuis, op het veld of in de fabrieken
2. Kinderen die veel naar school moeten
3. Kinderen die nooit hoeven te werken
4. Ouders die speelgoed maken voor kinderen.

Leven in een 19eeuwse arbeidersgezin was niet leuk...

1. De hygiëne was slecht
2. De arbeidsomstandigheden waren zwaar
3. Je had weinig tot geen privacy
4. Je verdiende heel weinig loon

Weet je het nog? Wat is GEEN reden van de slechte arbeidsomstandigheden?

1. Stakingen
2. Het economisch liberalisme
3. Groot aanbod van arbeiders
4. Arbeiders waren in het begin nog niet goed georganiseerd

De arbeidsomstandigheden in 1870 waren .... voor de werknemers.

1. gezond
2. ongezond
3. leuk
4. veilig

Arbeidsomstandigheden zijn:

1. Grote woonruimten
2. Situaties waarin arbeiders hun werk moeten doen.
3. Als jonge mensen moeten werken
4. Grote steden

Wat zouden goede arbeidsomstandigheden zijn?

1. Een gezonde en veilige werkplek hebben
2. Het land waar je werkt
3. Wat je moet doen als er iets is gebeurd op je werk
4. Het salaris dat je krijgt

Arbeidsomstandigheden zijn:

1. Wat je precies als werk doet.
2. Afspraken tussen jou en je baas.
3. Alle dingen die te maken hebben met je werkplek
4. Omgang met collega's en je baas.

Wat is geen reden voor de late industrialisatie van Nederland?

1. Ze hadden de kennis niet
2. Er was voldoende landbouw opbrengst
3. Producten uit de Koloniën waren waardevol genoeg
4. Men durfde niet in machines te investeren

Hoe komt het dat Nederland zo laat industrialiseert?

1. Er werd pas laat geïnvesteerd in machines
2. Nederland was in oorlog
3. Industrialisatie was vooral in Luxemburg

De afscheiding van België was een belangrijke reden voor de late industrialisatie van Nederland

1. directe oorzaak
2. indirecte oorzaak

Wat is een verklaring voor de late industrialisatie van Nederland

1. Nederland had een hele sterke handel waardoor industrie niet meteen nodig was.
2. Nederland had heel weinig mensen die werk zochten.
3. België was een stuk rijker

Hoe wilde Willem I het land verenigen?

1. Door de industrialisatie te gebruiken voor economische groei
2. Door iedereen dezelfde taal te laten spreken
3. Door de katholieken te verplichten protestants te worden
4. Door de Belgen te dwingen mee te betalen aan de oorlogen