This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Introduction
Dit is een verdiepingsles (I van II) over slavernij en behandelt de opstanden op de plantages.Met behulp van originele bronnen leren de leerlingen twee opstanden (Berbice 1763 en Curaçao 1795) kennen en hun leiders. Ze leren dat mensen in slavernij zich niet neerlegden bij hun situatie.
Instructions
Archiefkast
Archiefkasten zijn (veelal) lange, inhoudelijke lessen met veel bronmateriaal. Deze lessen bevatten alle noodzakelijke informatie uit de lesmethode en actieve, verwerkende werkvormen. Bij archiefkasten ligt de nadruk op kennisontwikkeling met enige vaardigheidsontwikkeling.
Instructie
Beide lessen duren ieder 45 minuten.
Het zijn verdiepende lessen over georganiseerde opstanden op plantages in Nederlandse kolonies.
Les I behandelt de opstand in de Nederlandse kolonie Berbice (1763). In les II staat de opstand op Curaçao (1795) en de afschaffing van slavernij centraal. Deze les wordt afgesloten met reflecterende opdrachten. Beide lessen versterken elkaar. Indien gewenst kunt u ook één les geven.
In de notities staat achtergrondinformatie over de les.
Lees van tevoren de docentenhandleiding. De leerlingen doen mee via de LessonUp-app. Geef ze inlogcode waarmee zij individueel op de vragen kunnen reageren.
Instructions
Items in this lesson
Opstanden op de plantages: Berbice
Archiefkast
Slide 1 - Slide
Archiefkast:
Archiefkasten zijn (veelal) lange, inhoudelijke lessen met veel bronmateriaal. Deze lessen bevatten alle noodzakelijke informatie uit de lesmethode en actieve, verwerkende werkvormen. Bij archiefkasten ligt de nadruk op kennisontwikkeling met enige vaardigheidsontwikkeling.
Achtergrond: Brief van Kofi en Accara aan gouverneur Van Hoogenheim (8 maart 1763). Nationaal Archief.
Afbeelding:
Kaart van Berbice (1764). Bronnenbox, Nationaal Archief.
Detail bekijken
Vraag/discussie
Webpagina openen
Extra informatie
Afbeelding vergroten
Klik op afbeelding
Klik op hotspot
Notities
Klik op hotspot
Klik op hotspot
Klik op hotspot
Slide 2 - Slide
Doel van deze slide:
Uitleg van de interactieve elementen.
Zie ook de docentenhandleiding voor uitleg en achtergrondinformatie.
Tijdvak
Slide 3 - Slide
Tijdvak:
Tijd van Pruiken en Revoluties.
Kenmerkende aspecten:
Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden Trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.
Leerdoelen
Je kan uitleggen waarom tot slaafgemaakte mensen in Berbice in opstand kwamen.
Je kan uitleggen wat de doelen waren van de opstandelingen in Berbice.
Je kan beschrijven wat de gevolgen waren van de opstand in Berbice.
Slide 4 - Slide
Voorkennis:
Voor deze les moeten leerlingen beschikken over basiskennis over plantageslavernij en de Trans-Atlantische slavenhandel.
timer
1:00
Wat weet je al?
Slavernij
Slide 5 - Mind map
Doel van de slide:
Ophalen voorkennis over slavernij.
Zo gewenst kan een timer gebruikt worden.
Slavernij was onlosmakelijk verbonden met Europees kolonialisme in het algemeen en plantagekoloniën in het bijzonder. Met de handel in mensen werden de Nederlandse kolonies voorzien van menskracht op de plantages. De slaafgemaakten deden het fysiek zware werk. De producten van de plantages, werden in Nederland met winst verkocht. De vraag naar producten van de plantages groeide, dus kwamen er steeds meer plantages. De vraag naar slaafgemaakten groeide daardoor ook.
De plantages waren eigendom van plantage-eigenaren die meestal in Nederland woonden, ze werden beheerd door Europese plantagehouders. De Nederlandse plantagehouders staan internationaal bekend om de slechte behandeling van de slaafgemaakten.
Kaart van Berbice
Veel plantages hebben een vrouwennaam of zijn genoemd naar een Hollandse plaats. Maar er zijn ook plantages die Fortuin, De Vryheyd, Land van belofte of Vreedenburg heten. Namen die zeker niet door slaafgemaakten zijn gegeven
'Digt' bos, dat noemen we nu oerwoud. Daar is nauwelijks door heen te komen. Berbice lag vlak boven de evenaar. Het is er warm en erg vochtig. Geen fijn klimaat om zware arbeid te verrichten.
De kerk bevindt zich op een centrale plek tussen de plantages
De windroos toont het noorden op een kaart. De versierde pijl wijst naar rechtsboven, daar is het noorden.
Dit zijn bijna de enige paden op de kaart. Via deze paden kun je van de plantages aan de rivier Berbice naar de plantages aan de rivier Canje lopen.
Alle plantages liggen aan een rivier. Dat maakt het makkelijk om mensen en goederen te vervoeren.
De legenda geeft de afstand aan. Ieder blokje is een kwartier lopen.
Na de opstand wordt naast fort St. Andries, dichtbij de zee, een nieuwe hoofdstad gebouwd: Nieuw-Amsterdam. Deze stad bestaat nog steeds.
Met behulp van een originele kaart kennis maken met de kolonie Berbice en de omstandigheden in de kolonie.
Berbice was in de 17e en 18e eeuw een kolonie van Nederland. De kolonie bestond bijna helemaal uit plantages. Deze plantages lagen langs twee rivieren: Rio Berbice en Rio Canje.
Zien de leerlingen nog andere dingen op de kaart die ze interesseren?
De kaart is in hogere kwaliteit te bekijken via de link in de hotspot.
Afbeelding:
Kaart van Berbice (1764). Bronnenbox, Nationaal Archief.
Slide 7 - Map
Doel van de slide
Met behulp van Google Maps kennis maken met de restanten van de kolonie Berbice in het moderne Guyana.
Berbice lag in het huidige Guyana, ten westen van Suriname. Door uit te zoomen (-) wordt duidelijk waar in Zuid-Amerika de kolonie lag.
Op Google Maps is de rivier Berbice goed te zien. Rechts van de Rio Berbice loopt de kleinere rivier Rio Canje. Dat hier een Nederlandse kolonie was is nu nog terug te zien in plaats- en straatnamen. Waar de Rio Berbice en de Rio Canje samenkomen ligt bijvoorbeeld de stad Nieuw-Amsterdam.
Nederlanders starten in Berbice een plantagekolonie. Slaafgemaakte West-Afrikanen bewerken de suiker-, koffie- en katoenplantages. De Nederlanders behandelen hen wreed.
Nederland richt de West-Indische Compagnie (WIC) op om handel te drijven en Spaanse schepen te kapen.
1621
Beleg van Leiden, 1573-1574
Berbice
1627
In Berbice komen mensen in slavernij in verzet. Het is de eerste grote georganiseerdeopstand tegen het Nederlandse slavernijsysteem.
23 februari 1763
Ongeorganiseerd verzet kwam al vanaf de start van de kolonie voor.
Deze afbeelding laat tot slaaf gemaakte Afrikanen zien die net aan land zijn gekomen in een Europese kolonie.
Is dit een realistich beeld?
Wat valt je op aan de kleding van de Afrikaanse mensen?
Slide 8 - Slide
Doel van de slide:
Korte introductie van geschiedenis van Berbice en het belang van slavernij voor de kolonie.
Deze afbeelding geeft een geïdealiseerd beeld van de slavenhandel. De mensen op de afbeelding zien er niet uit alsof ze een lange zware reis achter de rug hebben. Integendeel.
Tot slaaf gemaakte mensen mochten geen bovenkleding of schoenen dragen.
Afbeelding:
'Group of Negros as imported to be sold as Slaves', John Gabriël Stedman (1770).
'De reden van de oorlog is dat er veel plantage-eigenaren zijn, die hun slaven niet hebben gegeven wat hen toe kwam. Dat waren vooral...'
'Dan zal de Kapitein met een hoop volk komen om te vechten.'
'Waarschuwing aan de heer Gouverneur van Kapitein Kofi, van de plantage-eigenaar Bankeij, en Accara, ook van Bankeij.'
Opstand
hertaling
Brief van opstandelingen aan gouverneur Van Hoogenheim
hertaling
hertaling
Wie zijn de leiders van de opstand?
Waar waarschuwen de opstandelingen voor?
Wat is de reden voor de opstand?
8 maart 1763
Slide 9 - Slide
Doel van de slide:
Leerlingen komen aan de hand van de brief er achter wie de leiders van de opstand zijn, wat ze van plan zijn en waarom de slaafgemaakten in opstand zijn gekomen.
Vertel de leerlingen dat de leiders van de opstand een paar dagen na de start van de opstand een brief aan de gouverneur van Berbice hebben geschreven.
De originele brief van Kofi en Accara is verloren gegaan. De gouverneur heeft destijds alle brieven in zijn dagrapport overgeschreven voor zijn meerderen.
Kofi en Accara konden waarschijnlijk niet lezen of schrijven. Kofi dicteerde zijn brieven. Dit is dus niet het handschrift van Kofi.
'De plantagehouders hebben het volk al te erg geslagen en mishandeld en op de zweep "getrakteerd". Zo erg dat we het niet langer kunnen verdragen.'
Opstand
Brief van Kofi aan gouverneur Van Hoogenheim
Kofi benadrukt de reden voor de opstand nogmaals in een andere brief:
2 augustus 1763
Slide 10 - Slide
Doel van de slide:
De slechte behandeling is een van de redenen die Kofi benoemt om in opstand te komen. Vrijheid is natuurlijk de bovenliggende reden .
Deze tekst (hertaald) komt uit een van de brieven van Kofi. Laat leerlingen ook naar de afbeelding kijken.
Dit is de letterlijke tekst uit de brief: ‘daen de Hr. Planters en Directeuren sijn de oorsaak weegens het oorlog, wijlen Sie het volk Seere mishandelt hebben, en og over de natuur met schleegen shwippen getracteerd, soo hebben wij er niet lenger kunnen uitstaan’
Afbeelding:
Afbeelding van John Gabriël Stedman (1770). Stedman was een Schots-Nederlandse officier in het Nederlandse leger. Hij is niet in Berbice geweest, maar heeft wel opstanden helpen onderdrukken in Suriname.
Maar:
Geen twijfel aan de positie van Filips II.
De religieuze problemen worden vooruit geschoven.
Maar:
Geen twijfel aan de positie van Filips II.
De religieuze problemen worden vooruit geschoven.
De opstand is een [...] van de slechte behandeling van tot slaafgemaakten.
Wij Vrouwen Eisen
Welk woord ontbreekt?
A
Oorzaak
B
Gevolg
C
Aanleiding
Slide 11 - Quiz
Doel van de slide:
Bespreken van oorzaak en gevolg.
De mensen in slavernij werden slecht behandeld. Daarom komen ze in opstand. De opstand volgt dus na de slechte behandeling.
De slechte behandeling is de oorzaak van de opstand.
'De opstandelingen hebben zich verspreid als een lopend vuur. Overal overvallen ze moordend en brandstichtend de plantages, zodat binnen 24 uur 18 plantages van de kerk tot aan de plantage 'La Solitude' zijn verlaten en geplunderd.'
Opstand
Brief van gouverneur Van Hoogenheim aan Nederland
Er staan ongeveer 4000 slaafgemaakten tegenover zo’n 350 Europeanen.
De gouverneur vraagt dringend hulp aan Nederland:
25 maart 1763
Slide 12 - Slide
Doel van de slide:
Leerlingen begrijpen de machtsverhoudingen aan het begin van de opstand.
De verhoudingen tussen de aantallen Europeanen en de mensen in slavernij. Er zijn ruim 10 keer zoveel mensen in slavernij als Europeanen. De gouverneur schrijft een noodkreet. Er zijn al een aantal Europeanen vermoord.
De brief van Van Hoogenheim was gericht aan de Directeuren van de Sociëteit van Berbice, de eigenaren van de kolonie. Er staat letterlijk:
‘de revolteerende Negros hun hebben verspreijd als een loopend vuur, overal de plantagies aflopende met moorden, doodslaan en brandstigten, zoo dat binnen 24 uure 18 plantagies van de kerk af tot aan de plantagie La solitude toe zijn geabandonneert en afgeloopen.’
Kofi weet dat de gouverneur waarschijnlijk versterking zal krijgen uit Nederland.
Wat zou jij doen als je Kofi was?
Bronnen van Onafhankelijkheid, 1576-1581
Bronnen van Onafhankelijkheid, 1576-1581
Beredeneer!
Slide 13 - Open question
Doel van de slide:
Leerlingen laten nadenken over de situatie en zich inleven in de situatie van Kofi. Dit is een open vraag.
Bespreek met de leerlingen de keuzes, waarom maken ze die keuze? Wat zouden de gevolgen zijn?
Hoe kijken ze aan tegen de onderlinge verhoudingen. Wie staat sterk en wat zou er kunnen veranderen?
'als de gouverneur wil de grond hebbe van berbice die je sal krijgen ... maar dan moet je ook sien, dat je nieuwe slaven krijgt, maar wij ben vrij.'
Opstand
Kofi besluit te onderhandelen over de verdeling van Berbice tussen de opstandelingen en de kolonisators.
Over één voorwaarde is geen discussie mogelijk:
Kofi en zijn medestanders blijven vrij!
april 1763
Brief van Kofi aan gouverneur Van Hoogenheim
Waar strijden de opstandelingen voor?
Waarom roept Kofi niet op om alle slavernij af te schaffen?
Slide 14 - Slide
Doel van de slide:
Leerlingen leren over de strategische keuze van Kofi en het hoofddoel van de opstand.
De opstandelingen strijden voor hun vrijheid. Ze hebben niet als doel om de slavernij af te schaffen. Zo'n groot doel zou hun strijd alleen maar moeilijker maken. Kofi ziet diplomatie als de beste manier om een stuk grond te krijgen waar ze hun eigen leven kunnen leiden en voedsel kunnen verbouwen. Daarom hij wil met Van Hoogenheim onderhandelen over een verdeling van Berbice. Over de hoeveelheid grond kan onderhandeld worden. Over de vrijheid van de opstandeling niet.
Afbeelding:
Afbeelding van John Gabriël Stedman (1770). Dit is geen afbeelding van Kofi, maar een stereotype beeld van een Marron (vrijgevochten of ontsnapte tot slaafgemaakte).
In december 1763 komen 600 Nederlandse soldaten aan. Daar kunnen de opstandelingen niet tegen op. Na 10 maanden strijd is Berbice in zomer 1764 weer in Nederlandse handen.
Opstand
Van Hoogenheim wil de opstandelingen geen vrijheid geven.
Hij besluit tijd te rekken tot de versterkingen zijn aangekomen.
Hij blijft Kofi brieven schrijven, maar weigert beloftes te doen.
'...en te blijven onderhandelen met de opstandelingen, maar alleen om tijd te winnen.'
Geeft deze afbeelding een realistisch beeld van het leven op een plantage?
Slide 15 - Slide
Doel van de slide:
Leerlingen leren over de strategie van de gouverneur en het einde van de opstand.
Van Hoogenheim besluit de opstandelingen aan het lijntje te houden om hen uiteindelijk met militair geweld te verslaan. Kofi blijft, ondanks interne tegenstand, geloven dat diplomatie de beste kans op vrijheid geeft. Van Hoogenheim en Kofi elkaar daarom maandenlang brieven schrijven. Ondertussen gaan ook de gevechten door.
De quote komt uit het dagregister van de gouverneur van 21 juli 1763.
Afbeelding:
Idealistisch beeld van een plantagehouder. In realiteit stonden Nederlandse plantagehouders bekend om hun gewelddadigheid en losbandigheid. Rijksstudio: RP-P-OB-65.5721.
De onderdrukking en uitbuiting van tot slaafgemaakten in Berbice gaat door.
Gevolgen
Plantages zijn verwoest, huizen verbrand. 40 Europeanen komen om.
Bij de onderdrukking van de opstand worden 1800 slaafgemaakten vermoord.
Kofi wordt afgezet als leider van de opstand en komt door zelfdoding om het leven.
De opstand van Berbice is een schrikbeeld voor plantage-eigenaren elders.
Kofi wordt als held en vrijheidsstrijder in Guyana herdacht.
Slide 16 - Slide
Doel van de slide:
Leerlingen leren over de gevolgen van de opstand.
De opstand duurt maar liefst 10 maanden. Voor een aantal opstandelingen is dat te lang. Kofi wordt afgezet. Hij komt door zelfdoding om het leven. In delen van West-Afrika, waar Kofi vandaan kwam, was het gebruikelijk dat leiders die hun steun verloren zichzelf doodden. Daardoor voorkwamen ze publieke schade, verdienden ze respect en werd verder geweld voorkomen.
De opstand wordt met veel geweld neergeslagen. De leiders van de opstand worden doodgemarteld, opgehangen, geradbraakt of verbrand op de brandstapel. De opstandelingen lijden de grootste verliezen. Maar liefst 45% van de mensen in slavernij worden gedood (1800 van de 4000). 4% Van de Europeanen worden gedood (40 van de 360 + 600 man versterking). De plantages zijn lange tijd niet bruikbaar.
Slide 17 - Map
Doel van de slide:
Leerlingen leren over de doorwerking van de strijd van Kofi in Guyana.
Dit is Monument 1763 in Georgetown, de hoofdstad van Guyana. Kofi (Cuffy in lokale taal) is namelijk een nationale held en de dag dat de opstand begon is een nationale feestdag in Guyana.
Wat kun je zeggen over de bronnen over Berbice die je hebt bekeken?
Wij Vrouwen Eisen
Wat is juist?
A
Dit zijn ongeschreven, primaire bronnen
B
Dit zijn ongeschreven, secundaire bronnen
C
Dit zijn geschreven,
primaire bronnen
D
Dit zijn geschreven,
secundaire bronnen
Slide 18 - Quiz
Doel van de slide:
Het verschil tussen geschreven/ongeschreven bronnen en primaire/secundaire bronnen bespreken.
De bronnen zijn allemaal geschreven bronnen. Alles is gemaakt door direct betrokkenen.
- De aantekeningen komen allemaal uit het dagrapport van gouverneur van Hoogenheim. Hij heeft de brieven van de opstandelingen overgeschreven met als doel de correspondentie aan zijn meerderen te melden.
- De kaart van Berbice is meteen na de opstand gemaakt.
- De tekeningen uit het boek van John Gabriël Stedman zijn rond 1770 in Suriname gemaakt.
Bronnen van Onafhankelijkheid, 1576-1581
Bronnen van Onafhankelijkheid, 1576-1581
Leg uit!
Vind jij de gebruikte bronnen betrouwbaar?
Slide 19 - Open question
Doel van de slide:
Leerlingen denken na over wat bronnen betrouwbaar maakt.
De bronnen in deze les zijn over het algemeen vrij betrouwbaar. Het zijn geschreven bronnen van personen die de gebeurtenissen zelf hebben meemaakt. Er zijn wel een paar onbetrouwbaarheden in de bronnen:
- De brieven van Kofi zijn overgeschreven. We kunnen niet controleren of ze 100% kloppen.
- Het dagregister en de brieven van de gouverneur waren bedoelt voor de Directeuren van de Sociëteit van Amsterdam. Dat kan hebben beïnvloed wat hij wel en niet opschreef.
- De afbeeldingen zijn gemaakt door een witte Europeaan die tegen vrijgevochten tot slaafgemaakten vocht. Dit kan zijn perspectief hebben beïnvloed.
De brieven van Kofi in deze les zijn vrij uniek. Het is zeldzaam dat de woorden van tot slaafgemaakten op zo'n directe manier aan ons zijn overgeleverd.
Bronnen van Onafhankelijkheid, 1576-1581
Bronnen van Onafhankelijkheid, 1576-1581
Noem minstens drie dingen die je geleerd hebt van deze les.
Wat weet je nu?
Slide 20 - Open question
Doel van de slide:
Controleren leeropbrengst.
Bronnen van Onafhankelijkheid, 1576-1581
Bronnen van Onafhankelijkheid, 1576-1581
Deel 1 ding dat je nog niet goed hebt begrepen.
Nog vragen?
Slide 21 - Open question
Doel van de slide:
Een laatste gelegenheid om mogelijke pijnpunten te behandelen.