1.Athenae cum florerent aequis legibus, procax libertas civitatem miscuit, frenumque solvit pristinum icentia. Hic conspiratis factionum partibus 5.arcem tyrannus occupat Pisistratus.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Latijn
This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
r. 1-5
1.Athenae cum florerent aequis legibus, procax libertas civitatem miscuit, frenumque solvit pristinum icentia. Hic conspiratis factionum partibus 5.arcem tyrannus occupat Pisistratus.
Slide 1 - Slide
Welke vorm is florerent (r. 1)
A
3e mv ind prae A
B
3e mv conj prae A
C
3e mv ind fut A
D
3e mv conj impf A
Slide 2 - Quiz
frenum (r. 3) betekent letterlijk teugel, hier vertalen we dat als beheerstheid. Hoe noemen we dit stilistische middel?
A
hyperbaton
B
enallage
C
metafoor
D
personificatie
Slide 3 - Quiz
licentia (r. 3), de losbandigheid, wordt hier voorgesteld als een persoon, doordat het hier een menselijke actie onderneemt (nl losmaken). Hoe noemen we dit stilistische middel?
A
hyperbaton
B
enallage
C
metafoor
D
personificatie
Slide 4 - Quiz
r. 6 t/m 9
Cum tristem servitutem flerent Attici
(non quia crudelis ille, sed quoniam grave
omne insuetis onus) et coepissent queri,
Aesopus talem tum fabellam rettulit.
Slide 5 - Slide
tristem (r. 6) hoort grammaticaal bij servitutem, maar inhoudelijk bij Attici. (de slavernij is niet verdrietig, maar de bewoners van Attica). Hoe noemen we dit stilistisch middel?
A
hyperbaton
B
enallage
C
metafoor
D
personificatie
Slide 6 - Quiz
Welke vorm is flerent (r. 6)
A
3e mv ind prae A
B
3e mv conj prae A
C
3e mv ind fut A
D
3e mv conj impf A
Slide 7 - Quiz
Bij r. 7-8 non quia t/m insuetis onus ontbreekt de pv. Welke werkwoordsvorm moet je aanvullen?
A
est
B
erat
C
inquit
D
flerent
Slide 8 - Quiz
Hoe noemen we het stilistische middel waarbij een woord wordt weggelaten?