P3Les10 08-03

BIENVENIDOS
1 / 33
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

BIENVENIDOS

Slide 1 - Slide

La planificación de hoy
Empezamos con unidad 2
Repetir los tiempos verbales
Quiz sobre el uso de los tiempos verbales 
El uso del pretérito indefinido y el pretérito imperfecto
Videos sobre el indefinido y el imperfecto
Hacer ejercicios

Slide 2 - Slide

Los tiempos verbales
Conjuga el verbo Hablar y vivir

1) en el presente
2) en el pretérito perfecto
3) en el pretérito indefinido
4) en el pretérito imperfecto

Slide 3 - Slide

Presente

hablo
hablas
habla
hablamos
habláis
hablan
Presente

vivo
vives
vive
vivimos
vivís
viven

Slide 4 - Slide

Perfecto

he hablado
has hablado
ha hablado
hemos hablado
habéis hablado
han hablado
Perfecto

he vivido
has vivido
ha vivido
hemos vivido
habéis vivido
han vivido

Slide 5 - Slide

Indefinido

hablé
hablaste
habló
hablamos
hablasteis
hablaron
Indefinido

viví
viviste
vivió
vivimos
vivisteis
vivieron

Slide 6 - Slide

Imperfecto

hablaba
hablabas
hablaba
hablábamos
hablabais
hablaban
Imperfecto

vivía
vivias
vivía
vivíamos
vivíais
vivían

Slide 7 - Slide

Voor gebeurtenissen in het verleden die verband houden met het heden gebruik je de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto

Slide 8 - Quiz

Voor gebeurtenissen in het heden gebruik je de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto

Slide 9 - Quiz

Voor het beschrijven van de omstandigheden in een verhaal gebruik je de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto

Slide 10 - Quiz

Voor gebeurtenissen waarvan niet belangrijk is wanneer ze plaatsvonden gebruik je de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto

Slide 11 - Quiz

Voor gewoontes of herhaalde gebeurtenissen in het verleden gebruik je de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto

Slide 12 - Quiz

Voor gebeurtenissen die op een bepaald moment in het verleden plaatsvonden gebruik je de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto

Slide 13 - Quiz

Het signaalwoord "mañana" hoort bij de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto

Slide 14 - Quiz

Het signaalwoord "ayer" hoort bij de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto

Slide 15 - Quiz

Het signaalwoord "antes" hoort bij de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto

Slide 16 - Quiz

Het signaalwoord "alguna vez" hoort bij de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto

Slide 17 - Quiz

El pretérito indefinido
Voor gebeurtenissen die op een bepaald moment in het verleden plaatsvonden. Deze gebeurtenissen zijn afgesloten en hebben geen verband met het heden. 

Slide 18 - Slide

El pretérito indefinido
Wordt gebruikt voor een afgesloten periode in het verleden
Signaalwoorden: 

Ayer 
a los 5 años
en 2009
la semana pasada

Hemos aprendido en gente joven 2 unidad 2

Slide 19 - Slide

El pretérito indefinido: verbos regulares

Slide 20 - Slide

El pretérito indefinido: verbos irregulares

Slide 21 - Slide

El pretérito imperfecto
voor beschrijvingen van personen of zaken uit het verleden.
Mi abuelo era alto y llevaba una barba blanca.

voor gewoontes of herhaalde gebeurtenissen in het verleden.
Yo antes iba todos los días a la piscina.

Slide 22 - Slide

El pretérito imperfecto
Voor het beschrijven van personen of zaken in het verleden

Voor gewoontes of herhaalde gebeurtenissen in het verleden

Voor het beschrijven van de omstandigheden in een verhaal. Voor de gebeurtenissen gebruik je de indefinido of de perfecto, en voor de situaties waarin ze plaatsvinden de imperfecto. 

Slide 23 - Slide

El pretérito imperfecto: verbos regulares

Slide 24 - Slide

El pretérito imperfecto: verbos irregulares
Solo hay tres verbos irregulares en el pretérito imperfecto
:

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Slide 29 - Slide

Hacer ejercicos
werkboek página 17 número 2
werkboek página 20 número 7



Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Hasta la próxima vez

Slide 33 - Slide