This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Bienvenidos
Slide 1 - Slide
Los tiempos verbales
Presente
Perfecto
Indefinido
Imperfecto
Slide 2 - Slide
Voor gebeurtenissen in het verleden die verband houden met het heden gebruik je de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto
Slide 3 - Quiz
Voor gebeurtenissen in het heden gebruik je de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto
Slide 4 - Quiz
Voor het beschrijven van de omstandigheden in een verhaal gebruik je de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto
Slide 5 - Quiz
Voor gebeurtenissen waarvan niet belangrijk is wanneer ze plaatsvonden gebruik je de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto
Slide 6 - Quiz
Voor gewoontes of herhaalde gebeurtenissen in het verleden gebruik je de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto
Slide 7 - Quiz
Voor gebeurtenissen die op een bepaald moment in het verleden plaatsvonden gebruik je de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto
Slide 8 - Quiz
Het signaalwoord "mañana" hoort bij de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto
Slide 9 - Quiz
Het signaalwoord "ayer" hoort bij de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto
Slide 10 - Quiz
Het signaalwoord "antes" hoort bij de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto
Slide 11 - Quiz
Het signaalwoord "alguna vez" hoort bij de .....
A
Presente
B
Pretérito perfecto
C
Pretérito indefinido
D
Pretérito imperfecto
Slide 12 - Quiz
El pretérito indefinido
Wordt gebruikt voor een afgesloten periode in het verleden
Signaalwoorden:
Ayer
a los 5 años
en 2009
la semana pasada
Hemos aprendido en gente joven 2 unidad 2
Slide 13 - Slide
El pretérito indefinido
Je gebruikt hem ook voor acties en gebeurtenissen in het verleden.
Slide 14 - Slide
El pretérito indefinido
Voor gebeurtenissen die op een bepaald moment in het verleden plaatsvonden. Deze gebeurtenissen zijn afgesloten en hebben geen verband met het heden.
Slide 15 - Slide
El pretérito indefinido: verbos regulares
Slide 16 - Slide
El pretérito indefinido: verbos irregulares
Slide 17 - Slide
El pretérito imperfecto
voor beschrijvingen van personen of zaken uit het verleden.
Mi abuelo era alto y llevaba una barba blanca.
voor gewoontes of herhaalde gebeurtenissen in het verleden.
Yo antes iba todos los días a la piscina.
Slide 18 - Slide
El pretérito imperfecto
Gebruik je voor het beschrijven van situaties in het verleden.
Slide 19 - Slide
El pretérito imperfecto
Voor het beschrijven van personen of zaken in het verleden
Voor gewoontes of herhaalde gebeurtenissen in het verleden
Voor het beschrijven van de omstandigheden in een verhaal. Voor de gebeurtenissen gebruik je de indefinido of de perfecto, en voor de situaties waarin ze plaatsvinden de imperfecto.
Slide 20 - Slide
El pretérito imperfecto: verbos regulares
Slide 21 - Slide
El pretérito imperfecto: verbos irregulares
Solo hay tres verbos irregulares en el pretérito imperfecto :