Flexles havo 2: zinsontleding hz/ bz

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je iPad (dicht)
  • je leerwerkboek
  • je etui
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je iPad (dicht)
  • je leerwerkboek
  • je etui

Slide 1 - Slide

Planning
  • Oefenen met hz / bz
  • Oefenen met zinsontleding
  • Werkmoment
  • Afsluiten van de les


Slide 2 - Slide



We bezoeken mijn oma en daarna eten we een taartje in het café.

Omdat het regende, ging het feestje niet door.

Nadat ik mijn huiswerk heb gedaan, voel ik me supertevreden.


Stap 1: wat zijn de pv's in de zinnen?
Stap 2: wat zijn de o's in de zinnen?
Stap 3: kan er 'niet' tussen o en pv? 
Stap 4: wat is het voegwoord?

Ja => het is een bijzin
Nee => het is een hoofdzin
Hoofdzin+bijzin: stappenplan
Voegwoord?

Slide 3 - Slide



We bezoeken mijn oma // en daarna eten we een taartje in het café. hz/hz


Omdat het regende,// ging het feestje niet door. bz/hz

Als ik mijn huiswerk heb gedaan, // voel ik me supertevreden. bz/hz



Stap 1: wat zijn de pv's in de zinnen?
Stap 2: wat zijn de o's in de zinnen?
Stap 3: kan er 'niet' tussen o en pv? 
Stap 4: wat is het voegwoord?

Ja => het is een bijzin
Nee => het is een hoofdzin
Hoofdzin+bijzin: stappenplan
Voegwoord?

Slide 4 - Slide

Schrijf de zin, steeds met een ander vw. 
Wat gebeurt er met hz en bz?

Ik fietste naar school, maar het regende.
  1. Voegwoord 'maar'.
  2. Voegwoord 'toen'. 
  3. Voegwoord 'en'.

Slide 5 - Slide

Schrijf de zin, steeds met een ander vw. 
Wat gebeurt er met pv en o? Wat gebeurt er met hz en bz?

  1. Ik fietste naar school, maar het regende. hz/hz
  2. Toen het regende, fietste ik naar school.  bz/hz
  3. Ik fietste naar school en het regende.        hz/hz

Slide 6 - Slide

Tijdens de pauze geeft 

de gymdocent de leerlingen

gymnastiekoefeningen op het

schoolplein.
1. Onderstreep de pv => tijdproef
2. Zet zinsdeelstrepen => zinsdeelproef
3. Benoem wg of ng (inclusief pv)
4. Benoem o: wie/wat + gezegde?
5. Benoem lv: wie/wat + gezegde + onderwerp?
6. Benoem mv: aan/voor wie/wat + gezegde + o + lv?
7. Benoem bwb: zinsdelen die overblijven (meestal)

Slide 7 - Slide

In de tuin toont de makelaar u vol trots het prachtige uitzicht.
1. Onderstreep de pv => tijdproef
2. Zet zinsdeelstrepen => zinsdeelproef
3. Benoem wg of ng (inclusief pv)
4. Benoem o: wie/wat + gezegde?
5. Benoem lv: wie/wat + gezegde + onderwerp?
6. Benoem mv: aan/voor wie/wat + gezegde + o + lv?
7. Benoem bwb: zinsdelen die overblijven (meestal)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Waarschijnlijk is hij door de tegenwind hondsmoe geworden.


Als het zinsdeel niet in de zin voorkomt, zet dan een streepje.
1. Onderstreep de pv => tijdproef
2. Zet zinsdeelstrepen => zinsdeelproef
3. Benoem wg of ng (inclusief pv)
4. Benoem o: wie/wat + gezegde?
5. Benoem lv: wie/wat + gezegde + onderwerp?
6. Benoem mv: aan/voor wie/wat + gezegde + o + lv?
7. Benoem bwb: zinsdelen die overblijven (meestal)

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Werkmoment
Herhaal de Test Jezelf van 1.7.
Oefen met werkbladen op Teams.
Stel je vragen.

Slide 13 - Slide

Afsluiting
  • Wat heb je geleerd in deze flexles?
  • Waar wil je de volgende keer aan werken? 

Slide 14 - Slide