les 3 snelheid van een reactie

Startopdracht
  1. Noem 3 kenmerken van een chemische reactie.
  2. Teken het energiediagram van een endotherme reactie.
  3. Suikerpoeder brandt niet gemakkelijk. Maar als je suikerpoeder uitstrooit boven een kaars krijg je een stofexplosie. Waardoor gaat de reactie nu ineens veel sneller? Gebruik in je antwoord het botsende-deeltjesmodel.
timer
10:00
1 / 13
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Startopdracht
  1. Noem 3 kenmerken van een chemische reactie.
  2. Teken het energiediagram van een endotherme reactie.
  3. Suikerpoeder brandt niet gemakkelijk. Maar als je suikerpoeder uitstrooit boven een kaars krijg je een stofexplosie. Waardoor gaat de reactie nu ineens veel sneller? Gebruik in je antwoord het botsende-deeltjesmodel.
timer
10:00

Slide 1 - Slide

les 3 snelheid van een reactie
Uitleg 1.3 snelheid van een reactie
E1.10
Zelfstandig aan de slag met de opdrachten

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 1.4
Je kunt nu:
-Uitleggen wat de begrippen reactietijd en reactiesnelheid betekenen
-Aangeven welke factoren de snelheid van een reactie bepalen
-De invloed van elk van deze factoren op de reactiesnelheid toelichten
-Met het botsende-deeltjesmodel uitleggen wat de invloed van de concentratie, de verdelingsgraad en de temperatuur op de reactiesnelheid is
-Met het begrip activeringsenergie uitleggen wat de invloed van het soort stof en een katalysator op de reactiesnelheid is

Slide 3 - Slide

1.4 Botsende-deeltjesmodel
Draai even naar je buur toe.
Maak vuisten van je handen -> atomen (linkerhand atoom en rechterhand atoom).
Hou je vuisten tegen elkaar -> molecuul bestaande uit 2 atomen.
Geef elkaar nu een dubbele boks (botsing tussen 2 moleculen).

Slide 4 - Slide

1.4 Botsende-deeltjesmodel
Bij deze botsing zijn er verschillende opties:
-Je botst terug en je handen blijven bij elkaar, dus geen verandering (een niet-effectieve botsing)
-Je rechterhand atoom wisselt met de rechterhand atoom van je buur, dus geen andere moleculen (een niet-effectieve botsing)
-Je rechterhand atoom wisselt met de linkerhand atoom van je buur, dus andere moleculen (effectieve botsing)

Slide 5 - Slide

1.4 Botsende-deeltjesmodel

Slide 6 - Slide

1.4 Botsende-deeltjesmodel
Hoe meer botsingen er plaatsvinden, hoe meer effectieve botsingen er plaatsvinden.
Hoe zorgt ik voor meer botsingen:
-Meer deeltjes toevoegen (concentratie vergroten)
-Deeltjes sneller laten bewegen (temperatuur verhogen)
-Zorgen voor groter oppervlak aan deeltjes, dus poeder ipv een blok (verdelingsgraad)
-De deeltjes tegen elkaar aan gooien (katalysator toevoegen)

Slide 7 - Slide

1.4 Reactietijd en reactiesnelheid
Reactietijd = tijd vanaf mengen van de stoffen tot einde reactie
Reactiesnelheid = de hoeveelheid stof die per seconden en per liter ontstaat of verdwijnt

Dus hoe groter de reactietijd hoe kleiner de reactiesnelheid (omgekeerd evenredig verband)

Slide 8 - Slide

Experiment 1.10
Tassen op de stoel + stoel aanschuiven!
Denk aan bril op, haren vast!
Alles opschrijven allebei!
Goed lezen!

Klaar + opgeruimd?: 
Begin maken met opdrachten 29,30,32,37,38,39
Leerdoel: Je kunt uitleggen wat de invloed van de temperatuur is op de reactiesnelheid

Slide 9 - Slide

Nabespreken E1.10
Hoe zien de diagrammen eruit?
Wat is de invloed van de temperatuur op de reactiesnelheid?
Met welke factor neemt de reactiesnelheid toe als de temperatuur 10 graden Celsius stijgt?

Slide 10 - Slide

Zelf aan de slag
Lezen: Paragraaf 1.4
Maken: 29,30,32,37,38,39
Klaar?: Samenvatting H1 maken + starten met de afsluitende opgaven

Werkwijze: 
Deel 1: Eerste 10 minuten in complete stilte, voor jezelf, heb je vragen sla dan de vraag over en stel de vraag in deel 2
Deel 2: Daarna mag je rustig overleggen en kom ik langs voor vragen
timer
10:00

Slide 11 - Slide

Leerdoelen 1.4 check
Je kunt nu:
-Uitleggen wat de begrippen reactietijd en reactiesnelheid betekenen
-Aangeven welke factoren de snelheid van een reactie bepalen
-De invloed van elk van deze factoren op de reactiesnelheid toelichten
-Met het botsende-deeltjesmodel uitleggen wat de invloed van de concentratie, de verdelingsgraad en de temperatuur op de reactiesnelheid is
-Met het begrip activeringsenergie uitleggen wat de invloed van het soort stof en een katalysator op de reactiesnelheid is

Slide 12 - Slide

Huiswerk
Lezen + samenvatten H1
Maken 29, 30, 32, 37, 38, 39

Slide 13 - Slide