Beschrijf een persoon: Uiterlijk en Kleding

Beschrijf een persoon: Uiterlijk en Kleding
1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Beschrijf een persoon: Uiterlijk en Kleding

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je iemand anders beschrijven in korte zinnen in de vorm van een presentatie.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over het beschrijven van mensen?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Woordenschat
Uiterlijk, kleuren, kledingstukken

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeldzinnen
Hij heeft blond haar. Ze draagt een blauwe trui.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Koppeloefening
Koppel de juiste woorden aan de afbeeldingen van kledingstukken.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Invullen van zinnen
Vul de ontbrekende woorden in om de zinnen af te maken.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Oefening: Beschrijf een vriend
Beschrijf in het Nederlands hoe je beste vriend eruitziet en wat hij/zij draagt.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Presentatie Slide 1
Naam van de persoon

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Presentatie Slide 2
Uiterlijk van de persoon

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Presentatie Slide 3
Kleding van de persoon

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Voorbereiding presentatie
Verzamel afbeeldingen van mensen en kleding voor je presentatie.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Oefentijd
Oefen met het vormen van zinnen en het presenteren van je beschrijving.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Presentaties
Leerlingen presenteren hun beschrijvingen aan de klas.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Reflectie
Wat heb je geleerd over het beschrijven van mensen?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 17 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.