Zoek een voorbeeld - woordenschat

Woordenschat
Een voorbeeld zoeken
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Woordenschat
Een voorbeeld zoeken

Slide 1 - Slide

Aan het einde van de les
- kun je de betekenis van een woord raden met behulp van een voorbeeld
- ken je de betekenis van de woorden uit deze paragraaf.

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
Herhaling inleiding, slot, hoofdgedachte
Uitleg woordenschat - een synoniem zoeken
Betekenis van spreekwoorden en uitdrukkingen
Huiswerk voor maandag 18 januari

Slide 3 - Slide

Leg uit wat een anekdote is.

Slide 4 - Open question

Waar in de tekst vind je de anekdote?
A
In de inleiding
B
In de kern
C
In het slot

Slide 5 - Quiz

In een nieuwsbericht vind je vaak een slot
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Leg uit wat de hoofdgedachte is.

Slide 7 - Open question

Welke vraag moet je stellen om de hoofdgedachte te vinden?

Slide 8 - Open question

Uitleg woordenschat- een voorbeeld zoeken
In teksten staan soms voorbeelden om de betekenis van een woord te kunnen raden.
Signaalwoorden: woorden die iets belangrijks aangeven. Vaak zijn dit voegwoorden. (maar, zoals, als)
Signaalwoorden die een voorbeeld aangeven:
Bijvoorbeeld, zoals, als, denk eens aan, zo.


Slide 9 - Slide

Verzamelnaam:  een naam die een aantal begrippen overkoepelt.
Voorbeeld: allerlei soorten make-up: concealer, mascara, oogschaduw, blush.

Slide 10 - Slide

Bedenk een verzamelnaam voor deze woorden: frikandel, kroket, kaassoufflé en berenklauw

Slide 11 - Open question

Wat is de betekenis van het spreekwoord: Abraham/Sara zien
A
Alles doen wat iemand vraagt
B
Gaan trouwen
C
Vijftig jaar worden

Slide 12 - Quiz

Wat is de betekenis van: een beestje na een feestje hebben

A
Volkomen gelukkig
B
Hoofdpijn (een kater) na te veel drinken
C
De saaiheid doorbreken

Slide 13 - Quiz

Wat is de betekenis van: naar iemands pijpen dansen

A
Alles doen wat iemand vraagt
B
Een feestje vieren
C
Niet willen doen

Slide 14 - Quiz

Wat is de betekenis van: een boterbriefje halen.

A
Gaan trouwen
B
De persoon ter ere van wie het feest gevierd wordt
C
Teleurgesteld zijn

Slide 15 - Quiz

Ik kan een voorbeeld zoeken bij een onbekend woord.
Ja
Nee
Redelijk

Slide 16 - Poll

Huiswerk voor maandag 18 januari
Maken via de digitale methode:
- Opdracht 1, 2, 3, 5 (alleen nummer 1), en 6 (alleen nummer 1).

Leren:
Woordenlijst. Elke week komen er een paar woorden voorbij. Zorg ervoor dat je de woorden/uitdrukkingen kent.

Slide 17 - Slide