Taaltrap les 8 De mens - aangepast

• NT2
• Middelbare school
• vmbo lwoo, b
• Leerjaar 1

Taaltrap les 8

de mens

In deze les leer je:

• lichaamsdelen
• werkwoorden
• mij of mijn?
• ik-zinnen

8.1 Luisteren

Ga naar pagina 42 en 43 van je boek

* schrijf de woorden in je schrift

* denk aan de en het

* schrijf de vertaling erbij

Lichaam

8.2 Luisteren

Luister naar de zinnen

8.2

kijken

ik kijk

jij kijkt

hij / zij kijkt

wij kijken

jullie kijken

zij kijken

ruiken

ik ruik

jij ruikt

hij / zij ruikt

wij ruiken

jullie ruiken

zij ruiken

proeven

ik proef

jij proeft

hij / zij proeft

wij proeven

jullie proeven

zij proeven

zien

ik zie

jij ziet

hij / zij ziet

wij zien

jullie zien

zij zien

voelen

ik voel

jij voelt

hij / zij voelt

wij voelen

jullie voelen

zij voelen

Dit zijn allemaal werkwoorden

Weet je nog meer werkwoorden?

Vul ze in op de volgende dia.

Schrijf de hij - vorm van 5 werkwoorden

8.6 Vul het werkwoord in

Ga naar 

bladzijde 45 

in je boek 

en maak 

opdracht 8.6 

in je schrift

8.7 Luisteren

Luister naar de woorden op 

blz. 46 en schrijf ze daarna 

in je schrift.

Zet de vertaling erachter.

8.7

Eerder klaar?

oefen in Diglin.............

Oefenen in Diglin

mijn

Kijk, dit is 

mijn tas

mijn beker

mijn schoen

mijn bal

mijn t-shirt

mijn rugzak

van mij

Van wie is deze tas??

de tas is van mij

de beker is van mij

de schoen is van mij

de bal is van mij

het t-shirt is van mij

de rugzak is van mij

mij en mijn

die tas is van mij	het is mijn tas
de fiets is van mij	het is mijn fiets
deze pennen zijn van mij	het zijn mijn pennen
het boek is voor mij	het is mijn boek
het schrift is voor mij	het is mijn schrift
dat werk is voor mij	het is mijn werk

Wat doe je met....

                                   klik hier

8.10 Schrijven

Ga naar bladzijde 47 en schrijf de antwoorden van 8.10 in je schrift.

Waar is de douche?

1. in de badkamer
2. in de keuken
3. in de gang
4. in de woonkamer

Wat zie je hier?
(meer antwoorden!)

1. de douche
2. de wc
3. de kraan
4. de tandenborstel

Wat doe je hier?

1. Je haren knippen.
2. Je haren wassen.
3. Je haren kammen.

Wat doe je hier?

1. Je haren kammen.
2. Je kleren aantrekken.
3. Je handen wassen.
4. Je tanden poetsen.

Is dit...
handen wassen?

1. Ja
2. Nee

Wat zie je hier?

1. een buik
2. een been
3. een voet
4. een rug

Wat is dit?

1. de neus
2. het oor
3. de mond
4. het oog

Wat is dit?

1. het been
2. de hand
3. het haar
4. de arm

Wat is dit?

1. de kraan
2. de wastafel
3. de kam
4. de handdoek

Ik weet alle woorden!

😒🙁😐🙂😃