Les 2 H 6 Medicatie

H 6 Medicijnen
  • Blz. 102 in je boek

1 / 39
next
Slide 1: Slide
Helpende plusMBOStudiejaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

H 6 Medicijnen
  • Blz. 102 in je boek

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Je kunt:
  • werken met medicatieoverzichten en soorten uitgiftesystemen/baxtersysteem​
  • de juiste medicijnen aanreiken aan de cliënt​ 
  • de medicatie die is aangereikt controleren en registreren​ 
  • medicatie toedienen uit uitgiftesysteem/baxtersysteem, via de mond, ogen, huid en neus
  • de huid van de cliënt zalven​
  • de ogen van de cliënt druppelen/zalven​ 
  • de oren van de cliënt druppelen​ 
  • de neus van de cliënt druppelen​ 
  • (Microlax toedienen​)
  • plus de extra handelingen 

Slide 2 - Slide

Als Helpende plus hoef je geen uitgebreide kennis van medicijnen te hebben, maar basiskennis is wel noodzakelijk.
filmpje medicatieveiligheid
Na het filmpje kan je 3 belangrijke tips verwoorden

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

Filmpje over medicatieveiligheid

Slide 5 - Slide

Groepen medicatie

Onder welke groep valt het medicijn. 
Zie print en in je studiegids op blz. 13
Werkstuk medicatie


Slide 6 - Link

Op deze site kan je veel vinden over medicijnen.
app op je telefoon FK 

Slide 7 - Slide

Blz. 106 

Slide 8 - Slide

Blz. 108

Opdracht 5c tweede controle
benoem een stap uit het stappenplan baxter systeem

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

boek bkz.110

dubbele controle zie lijst
5 j's bij medicatieverstrekking
juiste zorgvrager
juiste medicatie
juiste wijze van toedienen
juiste dosering (hoeveelheid)
juiste tijd 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Daarnaast.....
Let op de houdbaarheid van de medicijnen
en kijk of er een uitvoeringsverzoek is 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

Blz. 111
Er bestaan veel verschillende vormen van pillen, elk met hun eigen functie. Sommige pillen beginnen hun werk in de slokdarm, andere in de maag en weer andere in de darmen. Sommige pillen werken snel en andere werken langzaam.
Richard werkt als helpende in een VVT-instelling. Vandaag heeft hij de zorg voor mevrouw Van Wijk. Tijdens het ronddelen van de medicatie vraagt mevrouw Van Wijk aan hem of hij haar tramadol retard medicijn in vier kleine stukjes kan breken. Ze heeft namelijk wat last van haar keel en kan de tablet maar moeilijk doorslikken.

Mag Richard de tramadoltablet retard in vierstukjes breken?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

Bij een suspensie is het belangrijk om voor inname goed te schudden zodat de werkzame stof gelijkmatig is verdeelt. 

Handig om te weten: zie boek blz.115

Benoemen:
Druppelvloeistof, gels, spray en klysma
Doelen van Medicijnen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

paracetamol
A
is een symptoom bestrijder
B
is een medicijn ter preventie van hoofdpijn
C
wordt gebruikt als supplement

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Curatieve werking betekent:
A
aanvullend
B
genezend

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

vitamine D suppletie betekent: het tekort aan vitamine D aanvullen
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

met medicatie ter preventie willen we
A
een ziekte behandelen
B
voorkomen dat er een ziekte ontstaat

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

een zalf tegen eczeem aanbrengen is een vorm van
A
dermale medicatie
B
transdermale medicatie

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

medicatie tegen hartklachten die onder de tong gaat is
A
sublinguale medicatie
B
oculaire medicatie
C
transdermale medicatie

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

Blz. 123

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Video

This item has no instructions

welke indicaties zijn er voor oogdruppels?

Slide 26 - Mind map

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

bij "gewenning" heeft een zorgvrager steeds meer nodig van het medicijn
A
Juist
B
onjuist

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Als diverse medicijnen elkaars werking beinvloeden, dan noemen we dit
A
interactie
B
contra indicatie
C
bijwerking

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

bij weigering van medicatie kan je het beste:
A
rustig blijven en uitleggen waarom het medicijn nodig is
B
informatie geven over de (bij)werking van het medicijn
C
eerdere ervaringen van de zorgvrager met het medicijn bespreken
D
A, B en C zijn juist

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

een zetpil is een vorm van..... medicatie
A
enterale
B
parenterale

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

een transdermaal pleister werkt....
A
systemisch
B
lokaal

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Oefenen in praktijklokaal

Slide 39 - Slide

This item has no instructions