This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
H2.3 Berekenen
Slide 1 - Slide
leerdoelen
ik kan uitleggen wat stroomsterkte is
ik kan de eenheid van stroomsterkte benoemen
ik kan de stroomsterkte omrekenen van kA, A en mA
Slide 2 - Slide
spoorboekje
bespreken vorige les 5 min
uitleg stroomsterkte 10 min
demonstratie ampèremeter 5 min
uitleg stroomsterkte berekenen 5 min
maken opgaven 15 min
evaluatie 5 min
Slide 3 - Slide
voorbeelden van een spanningsbron
batterij
elektromotor
accu
dynamo
(dus geen stopcontact !)
Slide 4 - Slide
Spanning (in volt )
Dit is hoeveel elektricteit een spanningsbron kan geven.
Bijvoorbeeld:
Batterij: 1,5 V
elektriciteitcentrale (uit een stopcontact): 230 V
Slide 5 - Slide
stroomsterkte
Is de hoeveelheid elektronen die door een apparaat gaan per seconde
Stroomsterkte kan erg verschillen.
eenheid van stroomsterkte = ampere (A)
(1 A= in 1 seconde komen 6,24 miljard elektronen langs)
Slide 6 - Slide
voorbeelden
bij een TV komen ongeveer 1 A aan elektronen langs
bij een computer komen ongeveer 250 mA aan elektronen langs
bij een wasmachine komen meer dan 10 A aan elektronen langs
Slide 7 - Slide
amperemeter
meet het aantal ampere
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
reken zelf om:
79,6 A = .......... mA
0,05 kA = ........... A
1600 A = .............. kA
800 mA = ..............A
Slide 10 - Slide
vraag
We draaien de spanning van het voedingsapparaat langzaam omhoog. Wat gebeurt er met de stroomsterkte als je de spanning hoger zet?
Als de spanning hoger wordt (meer Volt), duwt de spanningsbron harder. De elektrische deeltjes gaan hierdoor sneller lopen. Er komen meer elektrische deeltjes voorbij per seconde. De stroomsterkte wordt hoger.
Slide 11 - Slide
opdracht
wat: lees blz 68 en 69
maak opdracht 43 t/m 49
hoe: zelfstandig
hulp: boek, inask.nl en docent
klaar: zoek op internet filmpjes over stroomsterkte, parallelschakeling, serieschakeling en bekijk deze.
Slide 12 - Slide
evaluatie
pak je laptop en start Lessonup op.
Slide 13 - Slide
Wat is stroomsterkte?
A
de hoeveelheid elektronen die door een apparaat gaan