- Jassen uit, petten af, telefoon in de telefoon tas;
- Ga rustig zitten op je plek. Dat doe je gedurende de les.
- Je spillen klaar liggen op tafel, tas ligt op de grond.
- Je doe mee en je maakt je werk af
- Je bent stil tijdens de instructie en je luistert. Steek je vinger als je een vraag hebt.
- Hou je plek schoon .