Les 13-11-2020, paragraaf 2.1

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: wat vonden we van de toets?
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
25 minuten: aan het werk!
5 minuten: leerdoelen testen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Planning voor de les:
4 minuten: binnenkomst, welkom en spullen voor.
5 minuten: wat vonden we van de toets?
1 minuut: leerdoelen en huiswerk
20 minuten: uitleg 
25 minuten: aan het werk!
5 minuten: leerdoelen testen

Slide 1 - Slide

Eerste proefwerk economie... hoe was dat?

Slide 2 - Mind map

Wat ga je volgende keer anders doen?

Slide 3 - Mind map

Leerdoelen:
1. Ik kan aangeven wat behoeften zijn.
  
2. Ik kan het verschil uitleggen tussen betaald produceren en onbetaald produceren.

3. Ik kan uitleggen wat consumeren is.  

4. Ik kan uitleggen dat beperkt wordt door schaarste in middelen en schaarste in tijd.

HUISWERK:  Opdrachten paragraaf 2.1

Slide 4 - Slide

Begrip: behoefte
Behoefte: Iets missen waarmee een wens vervuld kan worden.

Slide 5 - Slide

Aan een behoefte wordt voldaan
  • iets te kopen
  • iets te produceren

Slide 6 - Slide

Controlevragen
  1. Wat betekent 'een behoefte'?
  2. Welke behoefte vind je op het plaatje hieronder?

Slide 7 - Slide

In je behoeften voorzien
Consumeren
Zelfvoorziening

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

93,7 liter
Hoeveel frisdrank wordt er gedronken in Nederland?

Slide 10 - Mind map

1. Cola
2. Ice Tea
3. Sinas
Wat is de top drie dat geconsumeerd wordt?

Slide 11 - Mind map

Consumeren:
Consumeren ( in je behoefte (wens) te voorzien wordt beperkt door:

  • Gebrek aan geld
  • Gebrek aan tijd


Slide 12 - Slide

produceren

Slide 13 - Mind map

Produceren:
  • Produceren = het maken van goederen en het leveren van diensten. 

Slide 14 - Slide

Productie
We maken onderscheid tussen:
- Betaalde productie, iets doen of maken tegen betaling
- Onbetaalde prodcutie, iets doen of maken zonder betaald te worden

Slide 15 - Slide

Consumeren is kiezen
Bespreek in duo's wat de betekenissen zijn van de volgende begrippen (5 min):
- Behoeften
- Produceren
- Consumeren
- Zelfvoorziening

timer
5:00

Slide 16 - Slide

Schaarste
  • Middelen zijn beperkt (schaarste in middelen)
  • Niet genoeg geld (schaarste in geld)
  • Behoeften zijn oneindig
  • Gevolg: schaarste = je hebt niet genoeg middelen om in je behoeften te voorzien
  • Je kan niet tegelijk eten, zwemmen, muziek luisteren, voetballen en schaatsen

Slide 17 - Slide

Schaarste

Slide 18 - Slide

Een broodje in de Aula kopen is
A
Zelfvoorziening
B
Consumeren

Slide 19 - Quiz

Kun je door de natuur consumeren?
A
Nee
B
Ja

Slide 20 - Quiz

Consumeren betekent: een behoefte bevredigen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Eten is een
A
middel
B
alternatief aanwendbaar
C
behoefte

Slide 22 - Quiz

Aan de slag!
Wat? Opdrachten van paragraaf 2.1
Hoe? In de online leeromgeving
Hulp? De docent (tijdens de les), je laptop en je medestudent.
Tijd? Tot de timer op 0 staat of de opdrachten af zijn
Uitkomst? Je hebt geoefend met de leerstof.
Klaar? Ga verder met een ander vak of ga verder met paragraaf 2.2

timer
25:00

Slide 23 - Slide

Wat is produceren
A
Iets kopen
B
Iets gebruiken
C
Produceren is gratis
D
Iets doen of maken voor de bevrediging van behoeften

Slide 24 - Quiz

Tussendoor wil iedereen wat eten, dat is
A
consumeren
B
een behoefte
C
produceren

Slide 25 - Quiz

Een broodje pindakaas eten is
A
consumeren
B
behoefte
C
produceren

Slide 26 - Quiz

In de economie betekent schaarste:
A
Dat iets zeldzaam is (zoals diamanten)
B
Dat iets heel kostbaar/duur is (zoals goud)
C
Dat is iets op kan gaan (zoals olie)
D
Dat je iets moet inleveren (tijd/geld) om het te krijgen

Slide 27 - Quiz