Paragraaf 1 Consumeren is kiezen

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 2 Thuis en buitenshuis

Paragraaf 1 Consumeren is kiezen

leerdoelen

Ik kan aangeven wat behoeftes zijn

Ik kan het verschil uitleggen tussen betaald produceren en onbetaald produceren

Ik kan uitleggen wat consumeren is

Ik kan uitleggen dat consumeren beperkt wordt door schaarste in middelen en schaarste in tijd

Actieve opdracht

maak in 2-tallen de actieve opdracht uit het digitale materiaal

10 minuten dan gaan we verder..

Begrip: behoefte

Behoefte: 

alles wat je nodig hebt of waar je naar verlangt.

of

iets missen waarmee een wens vervuld kan worden.

Behoefte bevredigen door.

- iets wat je mist zelf te produceren

- iets wat je mist te kopen

Dit heet consumeren; iets te kopen of er zelf iets voor doen

Produceren

Het maken van goederen en het produceren van diensten.

consumeren

Als je in je behoeften voorziet, ben je aan het consumeren. 

Productie

We maken onderscheid tussen:

- Betaalde productie, iets doen of maken tegen betaling

- Onbetaalde prodcutie, iets doen of maken zonder betaald te worden

Onbetaalde productie 

Onbetaalde productie is productie die gebeurt door de consumenten zelf voor eigen of voor elkaars behoeften. 

0

Schaarste

• Middelen (geld) zijn beperkt
• Behoeften zijn oneindig
• Gevolg: schaarste = je hebt niet genoeg middelen om in je behoeften te voorzien

huiswerk

maken paragraaf 1 en rekentrainer paragraaf 1

leerdoelen

Ik kan aangeven wat behoeftes zijn

Ik kan het verschil uitleggen tussen betaald produceren en onbetaald produceren

Ik kan uitleggen wat consumeren is

Ik kan uitleggen dat consumeren beperkt wordt door schaarste in middelen en schaarste in tijd

Mensen hebben behoeften. Wat zijn behoeften?

1. Goederen
2. Diensten
3. Geld
4. Alles wat je nodig hebt of graag wilt

Consumeren is …

1. Een bedrag opzijleggen voor een latere grote aankoop
2. Iets maken waarmee je in je eigen behoefte kan voorzien
3. het kopen van goederen of diensten
4. Invloed uitoefen op andere mensen om iets te kopen

consumeren

produceren

Het maken van goederen en diensten

Het gebruiken van goederen en diensten

Wat hebben middelen, behoeften en schaarste met elkaar te maken?