La négation (h4)

1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Uit welke woorden bestaat de ontkenning 'niet'
A
alleen pas
B
alleen ne
C
ne/n' pas
D
non pas

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Nooit
Niets
nog niet
niet meer
niet
Ne ... plus
Ne ... pas encore
Ne ... rien
Ne ... pas
Ne ... jamais

Slide 5 - Drag question

Slide 6 - Slide

Waaromheen plaats je de ontkenning "ne ... pas"?
A
Het onderwerp
B
De persoonsvorm

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Helemaal niet
Ne ... personne
Geen enkele
Ne ... que
Ne ... pas non plus
Nooit meer
Niemand
Ook niet
Slechts
Ne ... plus jamais
Ne ... pas du tout
Ne ... aucun(e)

Slide 9 - Drag question

Slide 10 - Slide

Je ne vois personne.
Personne ne me voit.
Ik zie niemand.
Niemand ziet mij.

Slide 11 - Drag question

Dus:
Als 'niemand' lijdend voorwerp is gebruik je : ne ... personne, met de persoonsvorm tussen beide woorden

Als 'Niemand' onderwerp is gebruik je : Personne ne ... , direct aan elkaar, aan het begin van de zin (hoofdletter dus)

Dit geldt ook voor 'niets' = ne rien en 'Niets' = Rien ne ...

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Maak de zin ontkennend:
J'aime les maths.

Slide 14 - Open question

Het juiste antwoord is 
Je n'aime pas les maths.

Slide 15 - Slide

Maak de zin ontkennend:
Je fais mes devoirs toujours. (nooit)

Slide 16 - Open question

Het juiste antwoord is 
Je ne fais jamais mes devoirs.

Slide 17 - Slide

Antwoord ontkennend:
Tu as déjà passé ton bac? Non, je ...

Slide 18 - Open question

Het juiste antwoord is 
Non, je n'ai pas encore passé mon bac.

Slide 19 - Slide

Dus:
Let bij het ontkennend maken van zinnen op of wat je hebt geschreven logisch is: lees je zinnen even goed na!

Slide 20 - Slide

En nu?
Maak uit ch 4 Grammaire A ex. 9a, b en 10b

Let op: er zitten een paar moeilijkheden in! Die bespreken we een volgende keer.

Slide 21 - Slide