TOETSTIJD!! Pak je leesboek, markeerstift(en) en een blauw/zwarte pen!
Welkom!
Markeerstift(en)
Pen
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1
This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 100 min
Items in this lesson
Leesboek
TOETSTIJD!! Pak je leesboek, markeerstift(en) en een blauw/zwarte pen!
Welkom!
Markeerstift(en)
Pen
Slide 1 - Slide
Lees de vragen goed door!
Je maakt de opgave op een schrijfblad. Neem je tijd, je mag er het hele lesuur over doen.
Je mag schrijven op het toetsblad, dit wordt niet nagekeken.
Klaar met toets, maak voor een half punt de woordzoeker en lever die in met je naam erop.
Je mag het nietje eruit halen.
Slide 2 - Slide
Succes met de toets!
Als je klaar bent, lever je je werk in en pak je je leesboek en ga je in stilte lezen. We blijven stil totdat mevrouw de Groot aangeeft dat we allemaal klaar zijn.
Slide 3 - Slide
Zorg dat je binnen de tijd terug bent, anders word je te laat gemeld! Geniet van je pauze!
timer
5:00
Slide 4 - Slide
Doe mee met je eigen naam!
timer
10:00
Slide 5 - Slide
BIJNA
HERFST VAKANTIE QUIZ
20 vragen!
Slide 6 - Slide
Wat is het onderwerp van de tekst?
A
geldverspilling
B
energieverspilling
C
het weggooien van eten
D
de Weggooitest
Slide 7 - Quiz
Onderwerp en hoofdgedachte: Wat kan géén hoofdgedachte zijn?
A
Jongetje stoot beeld van 4.000 euro om en moet betalen
B
Honden troosten kinderen na aanslag in VS
C
Doden door stortbuien in China
D
Kangoeroe huppelt door weiland op Texel
Slide 8 - Quiz
Wat is het onderwerp van deze tekst?
A
boswachter Richard
B
overnachten in het bos
C
zwervers in het bos
Slide 9 - Quiz
Wat is het onderwerp van de tekst?
A
7-jarig jongetje
B
fietstocht op dinsdagochtend
C
jongen gewond
D
verkeerslicht kapot
Slide 10 - Quiz
Hoofdgedachte?
A
Een groepsapp kun je goed gebruiken voor je huiswerk, voor extra uitleg van opdrachten en voor opdrachten waarmee je een bonus kunt verdienen.
B
Een groepsapp kan ook nadelen hebben.
C
Je moet samen duidelijke regels afspreken over hoe en waarvoor je de app gebruikt.
D
Een groepsapp is handig voor als je iets niet snapt van de opdrachten die je thuis moet doen.
Slide 11 - Quiz
Hoofdgedachte?
A
Door alle inspanningen van de gemeente wordt Zwolle gezien als een fietsstad.
B
Door het aanleggen van fietsstraten denkt de gemeente Zwolle dat de binnenstad verkeersveiliger wordt.
C
Een fietsstraat is een straat die ingericht is als een soort fietspad waar ook auto’s op mogen rijden.
D
Door de fietsstraten zijn de belangrijke fietsroutes voor fietsers en automobilisten beter herkenbaar.
Slide 12 - Quiz
Hoofdgedachte?
A
Reclamevideo's van vloggers maken jonger volgers onder de 14 jaar dik.
B
Reclamevideo's van vloggers moeten strenger gecontroleerd worden.
C
Voor vlogs en tv-reclames over voeding moeten dezelfde regels gelden.
Slide 13 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
Berengezellig
B
Beregezellig
Slide 14 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
intervieuw
B
interview
Slide 15 - Quiz
Wat is de juiste spelling
A
auto-ongeluk
B
autoöngeluk
Slide 16 - Quiz
Wat is de juiste spelling?
A
Berenpoot
B
Berepoot
Slide 17 - Quiz
Hoeveel mensen wonen er in Nederland?
A
Tussen 15 en 16 miljoen
B
Tussen 16 en 17 miljoen
C
Tussen 17 en 18 miljoen
D
Tussen 18 en 19 miljoen
Slide 18 - Quiz
Wat betekent ''Hakuna matata'' uit de Lion King?
A
Maak je niet druk
B
Heb geen zorgen
C
Kalmte kenmerkt de zeeman
D
Doe rustig vriend
Slide 19 - Quiz
Volgens het oude spreekwoord leiden meerdere wegen naar
A
Praag
B
Parijs
C
Maaskantje
D
Rome
Slide 20 - Quiz
Wie hoor je in dit fragment?
A
Donnie
B
Jannes
C
Flemming
D
Justin Bieber
Slide 21 - Quiz
Wat is het werkwoord?
De DJ draait de nieuwste muziek
A
nieuwste
B
dj
C
draait
D
muziek
Slide 22 - Quiz
Hoeveel woorden heeft de Nederlandse taal?
A
100.000
B
10.000
C
50.000
D
200.000
Slide 23 - Quiz
Welk woord past bij beide afbeeldingen?
A
snack
B
noot
C
muziek
D
verbinding
Slide 24 - Quiz
Nog 3 vragen tot de winnaar!
Slide 25 - Slide
Wie schilderde De Nachtwacht?
A
Leonardo Da Vinci
B
Rembrandt
C
Vincent van Gogh
D
Galileo
Slide 26 - Quiz
Wat is een synoniem?
A
bank - bank
B
oma - grootmoeder
C
voetbalschoen
Slide 27 - Quiz
Wat is jouw favoriete herfstvakantie -bezigheid? in 5 werkwoorden