Natuurgedichten Les 3/4 - 2hv - vakoverstijgend project NE-BV

Les 2.3: Kwatrijn
Natuurgedichten
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Les 2.3: Kwatrijn
Natuurgedichten

Slide 1 - Slide

Studiewijzer - Les 2.3
Opstarten: 10 min.
  • 5 min. Boek van de week: Dichter bij de seizoenen + Herhaling: Wat te doen bij het natuurgedichtenproject?
  • 5 min. Oefening: Neologisme
Klassikaal: 15 min.
  • Lessonup over het Kwatrijn
  • Aan de slag met het werkblad 'Kwatrijn'
Individueel: 35 min. 
  • Aan de slag met werkwoordspelling                              volgens studiewijzer
Lesdoel(en): 
Aan het einde van deze les...
  • ...heb je geleerd wat een kwatrijn is.
  • ...heb je geoefend met het schrijven van een kwatrijn

Slide 2 - Slide

Boek van de week: 
Inspiratie!
Bij elk seizoen is een gedicht geschreven en achterin het boek staat uitleg over de dichtvorm.
Tip: te bekijken 
in de mediatheek en tijdens de poëzielessen Nederlands

Slide 3 - Slide

Natuurgedichten Les 1/4 - 2hv - Vakoverstijgend project Ne-BV
O ja! We gaan plintposters maken!

Slide 4 - Slide

Wat gaan we doen bij het natuurgedichtenproject?
  • Je doet actief mee met de LessonUps en klassikale onderdelen.
  • Je schrijft zes gedichten met als thema 'natuur', met de volgende dichtvormen: Acrostichon, Rondeel, Ollekebolleke, Sonnet, Kwatrijn en Haiku.
  • Je neemt deze zes gedichten in week 2.6 mee naar Beeldende Vorming, waarvan je a.d.h.v. de BV-opdracht één gedicht uitzoekt om een beeldaspecten-opdracht bij te maken.
  • Van het gedicht en de beeldaspecten-opdracht maak je samen een poster. 

Let op! Je krijgt hier dus een beoordeling voor bij het vak Nederlands (gedicht) én bij het vak Beeldende Vorming (beeldaspecten).

Slide 5 - Slide

Zelfbedachte woorden
We gaan een oefening doen waarbij we zelf woorden verzinnen. Want in gedichten mag je je gevoel of je boodschap ook overbrengen met creatief taalgebruik. Creatieve woorden spreken ook weer tot de verbeelding bij de lezer.

We hebben in les 1 al geleerd hoe we onze taal versieren met bijvoeglijke naamwoorden. In deze les ga je zelf woorden aan elkaar plakken die samen een hele andere betekenis krijgen.
Dit gedicht komt uit de bundel 'Jij bent de liefste', van Hans en Monique Hagen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Oefening: Neologisme (nieuwe woorden)
- Neem onderstaand schema over en vul de eerste rij in met bestaande woorden.
- Verzin in rij twee een heel nieuw woord door twee bestaande woorden aan elkaar te plakken, die samen het woord uit de eerste rij beschrijven . 
Bijvoorbeeld, helm = botsmuts, caravan = sleurhut, melk = koeiensap, geweer = vuurstok, dansen = sierbewegen, kruipen = grondklauteren
Vul hier (in één woord) een sportactiviteit in de buitenlucht in...
Vul hier (in één woord) een beroep in dat plaatsvindt in de natuur....
Vul hier (in één woord) een activiteit in die je binnen én buiten kunt doen...
Vul hier (in één woord) iets in waar je in kunt slapen in het bos...
Vul hier (in één woord) iets in waarmee je je kunt verplaatsen in een ijs/sneeuwlandschap...

Slide 8 - Slide

Oefening: Neologisme (nieuwe woorden)
- Neem onderstaand schema over en vul de eerste rij in met bestaande woorden.
- Verzin in rij twee een heel nieuw woord door twee bestaande woorden aan elkaar te plakken, die samen het woord uit de eerste rij beschrijven . 
Bijvoorbeeld, helm = botsmuts, caravan = sleurhut, melk = koeiensap, geweer = vuurstok, dansen = sierbewegen, kruipen = grondklauteren
Hiken
ééndagswandeling
Postbode
Zingen
Tent
slee
IJsglijders
Deze oefening is een hulpmiddel om nieuwe woorden te verzinnen. Wie nieuwe woorden kan verzinnen heeft opeens veel meer opties bij het bedenken van een thema of bij het beschrijven van een thema. Met nieuwe woorden verras je de lezer en je kunt er je creativiteit in kwijt.

Slide 9 - Slide

Wat valt op aan deze gedichten?
Wie

Zwaar hangt de rijpe appel aan haar tak.
Dan valt ze op de grond. Als ik haar pak
zie ik dat iemand mij is voor geweest.
Wie was het die zijn snavel in haar stak?


Boffen

Morgen ga ik boffen
want dan krijg ik nieuwe sloffen.
Een ook een nieuwe broek.
Daarmee ga ik mij opdoffen.

Uit vrije dwang

De joden, moslims, christenen; zij dwalen
Twee mensensoorten laten zich bepalen:
De denkers, die niet malen om geloof
En de gelovigen, die enkel malen

Slide 10 - Slide

Kwatrijn
Wie

1. Zwaar hangt de rijpe appel aan haar tak.
2. Dan valt ze op de grond. Als ik haar pak
3. zie ik dat iemand mij is voor geweest.
4. Wie was het die zijn snavel in haar stak?


Boffen

Morgen ga ik boffen
want dan krijg ik nieuwe sloffen.
Een ook een nieuwe broek.
Daarmee ga ik mij opdoffen.

Uit vrije dwang

De joden, moslims, christenen; zij dwalen
Twee mensensoorten laten zich bepalen:
De denkers, die niet malen om geloof
En de gelovigen, die enkel malen

Slide 11 - Slide

Opdracht: Schrijf een Perzisch Kwatrijn over een 
zelfgekozen (of zelfbedachte!) activiteit in de buitenlucht.
Je kunt alle vierregelige versjes kwatrijnen noemen, of ze nu rijmen of niet. Voor deze opdracht schrijf je een Perzisch Kwatrijn met het rijmschema AABA. Lees daar op je werkblad meer informatie over. Je schrijft een Perzisch Kwatrijn over een zelfgekozen of zelfbedachte activiteit in de buitenlucht.

- Kies een activiteit, bv: houthakken, tekenen, dauwtrappen, picknicken
- Kies een setting in de natuur, bv: de duinen, een parkbankje, een hunebed
- Bedenk een klein verhaaltje. Waar gaat dit gedicht over?
- Zet dat verhaaltje in vier zinnen, waarvan de zinnen op regel 1, 2 en 4 met eindrijm verbonden zijn.

Slide 12 - Slide

Aan de slag!
De rest van de les mag je besteden aan:
  • Je kwatrijn over een zelfgekozen of zelfbedachte activiteit in de buitenlucht
  • Je oefening 'Neologisme'
  • Inspiratie opdoen in de beschikbare dichtbundels in het lokaal
  • Als je klaar bent ga je aan de slag met werkwoordspelling, volgens je studiewijzer.

Let op! Volgende les maken we weer een gedicht, het is handig om voor die tijd je andere gedichten te hebben afgerond. Zodat je niet in de war raakt van alle dichtvormen.

Slide 13 - Slide

Lesdoelen: Ik heb geleerd wat een kwatrijn is en heb geoefend om er zelf eentje te schrijven.

Geef aan op een schaal van 1 tot 10.
0 = Ik snap er helemaal niets van...
10 = Ik snap het helemaal!


Lesdoel: 
  • Aan het einde van de les heb je geleerd welke soorten personages er zijn.
Lesdoel: 
  • Aan het einde van de les heb je geleerd aan welke elementen je moet denken bij het schrijven van een kerst- of winterverhaal.
010

Slide 14 - Poll

Laat met een emoji weten
wat je van deze les vond:
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll