Welk prettig gedrag heb jij om werkplezier te vergroten voor jezelf en de ander?
Slide 2 - Slide
Reflectie lesweek 2
Specifieke werkmotieven (kaart 33 t/m 67)
De kaarten liggen op tafel en jij schrijft voor jezelf op wat voor d jou de 3 belangrijkste werkmotieven zijn.
Slide 3 - Slide
Reflectie lesweek 2
Bespreek in 2-tallen hoe die werkmotieven voor jou eruit zien/wat het inhoudt.
Zijn de werkmotieven die je hebt gekozen nu ook aanwezig ?
We bespreken dit na klassikaal na.
Slide 4 - Slide
Wat kun je doen om je werkplezier en dat van anderen te vergroten
prettig gedrag kaarten
De kaarten liggen op tafel en jij schrijft voor jezelf op:
2 dingen die jij doet om je werkplezier van jezelf of andere te vergroten
2 dingen die je meer wilt gaan inzetten om het werkplezier van jezelf en andere te vergoten
Slide 5 - Slide
Reflectie lesweek 2
Bespreek jouw punten met een medestudent
we bespreken dit klassikaal na....
Wat neem je mee in je jouw gedrag naar je werk? schrijf dit op het kaartje en lever het in bij Jacqueline. De komende 2 weken ga je dit bewust meer doen/inzetten etc.
Slide 6 - Slide
Reflectie lesweek 2
wordt vervolgt........
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Reflectie lesweek 6
Inhoud van deze les:
Anders denken, anders kijken, hoe doe je dat
3 verschillende werkvormen om mee te oefenen "danseresje- zilveren munt- ruiters te paard"
verschillende denkfouten
testje denkfouten
Slide 10 - Slide
Kijk naar het danseresje
Draait ze linksom?
of
Draait ze rechtsom?
Slide 11 - Slide
www.facebook.com
Slide 12 - Link
Hoe kan dat?
Ze draait zowel links- als rechtsom
kun jij anders kijken?
kun jij situaties vanuit verschillende kanten zien?
hoe ga je daar mee om?
Slide 13 - Slide
Opdracht
Je hebt 24 zilverenmuntstukken en 1 muntstuk is van echt zilver
en is iets zwaarder dan de andere muntstukken.
Je hebt een weegschaal en je krijgt 3 weegmomenten om erachter te komen wat het enige echte zilveren
muntstuk is.
Slide 14 - Slide
uitkomst
24:3
3 stapeltjes van 8. Je weegt er 2 je weet dan welke het zwaarste is.
er blijft 1 stapeltje van 8 over verdelen in 3-3-2
de stapeltjes van 3 op de weegschaal. Als dat gewicht gelijk is het stapeltje van 2 opsplitsen of het zwaarste stapeltje van 3 splitsen 2 wegen.
Slide 15 - Slide
Nabespreken opdracht
Kon jij op een andere manier kijken naar de oplossing?
Waarom wel of waarom niet?
Ben jij iemand die blijft proberen, of geef je op na een paar pogingen, of denk je dat het niet kan, of raak je gefrustreerd.....
Slide 16 - Slide
puzzel
Maak de puzzel zo dat er 2 ruiters op de 2 paarden zitten
Slide 17 - Slide
oplossing
Slide 18 - Slide
Anders kunnen kijken
Wat blijft je bij vanuit deze opdrachten?
Wat neem je mee?
Waar en wanneer zou je anders kunnen kijken "kunnen toepassen?