SS-E05-1VMBO-(t)HV-Grammar theme 3 SO

Grammatica
Tijdens het bespreken en oefenen van de grammatica is het belangrijk dat je zelf de inschatting maakt of je mee moet schrijven of niet. 
Het is je eigen verantwoordelijkheid.

Als je extra hulp vraagt van je docent, kan deze vragen naar je aantekeningen. 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Grammatica
Tijdens het bespreken en oefenen van de grammatica is het belangrijk dat je zelf de inschatting maakt of je mee moet schrijven of niet. 
Het is je eigen verantwoordelijkheid.

Als je extra hulp vraagt van je docent, kan deze vragen naar je aantekeningen. 

Slide 1 - Slide

Grammar 7
vragen met to be (zijn)
vragen met to have got (hebben)

Slide 2 - Slide

vragen met to be
Het werkwoord to be bestaat uit: am / are / is (grammatica 1) 

Je maakt een vraagzin als er een vorm van to be in de zin staat, door de persoonsvorm en het onderwerp om te draaien. 
De rest van de zin blijft hetzelfde. 

Jack is funny --> Is Jack funny?

Slide 3 - Slide

vragen met to have got
To have got kan in een zin staan als have got of has got .
Ook hierbij draaien de de persoonsvorm en het onderwerp om, maar let op! Got blijft op zijn eigen plek!
De rest van de zin blijft gelijk.

He has got blond hair. --> Has he got blond hair?

Slide 4 - Slide

Maak een vraagzin:
All my friends are wearing baggy trousers.

Slide 5 - Open question

Maak een vraagzin:
Harry's garden has got a swimming pool.

Slide 6 - Open question

Maak een vraagzin:
I have got a new haircut.

Slide 7 - Open question

Maak een vraagzin:
Your new haircut is gorgeous.

Slide 8 - Open question

Maak een vraagzin:
They have gotten taller lately.

Slide 9 - Open question

Grammar 8
Plural (meervoud)

Slide 10 - Slide

Plural
Zelfstandige naamwoorden zet je in het meervoud door er een 
-s achter te schrijven.        (dog - dogs)

Slide 11 - Slide

Plural
Uitzonderingen:
- Eindigt het woord op een -s klank --> +es
- Eindigt het woord op -f of -fe --> +ves (f/fe verdwijnt!)
- Eindigt het woord op medeklinker + y -->+ies (y verdwijnt!)

- hero -> heroes / tomato -> tomatoes / potato -> potatoes

Slide 12 - Slide

Plural
Eigen vormen in meervoud:
child - children
woman - women
man - men
foot - feet
tooth - teeth
mouse - mice

Slide 13 - Slide

Zet in het meervoud:
Click

Slide 14 - Open question

Zet in het meervoud:
Shoe

Slide 15 - Open question

Zet in het meervoud:
Statue

Slide 16 - Open question

Zet in het meervoud:
Tooth

Slide 17 - Open question

Zet in het meervoud:
Face

Slide 18 - Open question

Zet in het meervoud:
Guy

Slide 19 - Open question

Zet in het meervoud:
Fox

Slide 20 - Open question

STEL...
Ik geef je nu een lijst van stones (zinnen) die je voor morgen moet leren. 
Hoe pak jij dit aan?

Slide 21 - Slide

Hoe leer jij een nieuwe lijst met zinnen?

Slide 22 - Open question