Les 3

Persoonlijke
verzorging 3
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 2 min

Items in this lesson

Persoonlijke
verzorging 3

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Terugblik vorige week
Opdracht Mw. Pieterse

BMI berekend 
Start deelopdracht 3 gemaakt

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Waar kan de SNAQ65+ voor worden ingezet?
A
Om ondervoeding vast te stellen
B
Om te kijken of er decubitus is
C
Kijken of er sprake is van een zelfzorgtekort
D
Kijken of er sprake is van visuele beperking

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Een vochtbalans bijhouden is een hulpmiddel bij het controleren of een zorgvrager niet uitdroogt
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Noem twee symptomen van uitdroging
A
veel urineproductie
B
hoofdpijn
C
afgenomen elasticiteit vd huid
D
geen dorst

Slide 7 - Quiz

Bij uitdroging is het van belang de vochtbalans aan te vullen > dit komt volgende week

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Overgeven is een reden voor het starten van een vochtbalans.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer spreek je van een negatieve vochtbalans?
A
Meer vocht in dan uit.
B
Meer vocht uit dan in.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Een positieve vochtbalans past bij?
A
hartfalen, nierinsufficiëntie, hyperhydratatie.
B
brandwonden, bloedverlies en hyperhydratatie
C
diuretica brandwonden polyurie
D
koorts/zweten/ tachypneu

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Heeft een zorgvrager een positieve vochtbalans( bv + 500ml) dan heeft hij 500ml te weinig gedronken
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent dehydratie?
A
uitdroging
B
ondervoeding
C
bloedvergiftiging
D
zuurstofgebrek

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions




Zijn er nog vragen??







Zijn er nog vragen??

Slide 19 - Slide

This item has no instructions