discussies

We gaan vandaag een discussie voeren
1 / 13
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 7

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

We gaan vandaag een discussie voeren

Slide 1 - Slide

Wat is een discussie ookalweer?

Slide 2 - Slide

Kenmerken van een discussie zijn:
  1. Het gaat vaak over een stelling. 
  2. Er is een voorzitter die het gesprek opent en beurten geeft
  3. Iedereen geeft zijn mening over de stelling

Slide 3 - Slide

Zo werkt een discussie:
1. De voorzitter opent de discussie en vertelt de stelling.
2. Geef om de beurt je mening en beargumenteer deze. 
3. Luister goed naar de mening en argumenten van de ander. 
4. Reageer op de ander en gebruik tegen argumenten. 
5. Kom met elkaar tot een conclusie. 

Slide 4 - Slide

Hoe gaat dat dan?
1. Hoe open je de discussie?
De voorzitter vertelt de stelling en zegt hoelang de discussie mag duren. Daarna geeft hij het woord  aan iemand uit de groep. 

Slide 5 - Slide

Meningen en argumenten
2. Hoe geef je je mening en bedenk je argumenten?
Bedenk of je het eens bent met de stelling. 
Bedenk waarom wel of niet. Dit zijn argumenten. Je kan ook alvast tegen argumenten verzinnen zodat je op de andere partij kan reageren. 

Wat is het verschil tussen een mening en een argument?

Slide 6 - Slide

Luister Goed!
3. Door goed te luisteren naar de ander kan je tegenargumenten bedenken. En misschien ben je het wel met de ander eens, dat mag ook! 

Slide 7 - Slide

Reageren!
4. Ben je het niet eens met de ander? Ga in op zijn of haar mening met een tegenargument. Of gebruik een argument die je nog niet genoemd hebt. 

Slide 8 - Slide

Samen tot een conclusie
Ben jij overtuigd door de ander, of de ander door jou? 
Dan heb een een conclusie voor of tegen de stelling. 

Als je er niet samen uitkomt kan je conclusie ook zijn:
 We zijn het niet met elkaar eens.
 Kijk dan naar de argumenten waar je het wel samen over eens bent . 

Slide 9 - Slide

Samenvatting

Slide 10 - Slide

Groepjes:
1. Loreana, Lin Xuan, Cailin, Evan, Thijs, Luka
2. Lara, Thierry, ErikaDylano, Jenailley, Jayden
3. Danique, Jurre, Guus, Kyra, Amy
4. Rasha, , Keayen, Brighton, Rayèn, Jolien, Erman
5. Ezra, Daan, Ties, Linsy, Joey

Slide 11 - Slide

De stellingen
1. Als de leerkracht toetsen kwijtraakt, moeten alle leerlingen een voldoende krijgen
2. Elk kind moet op haar 12e een smartphone krijgen van de overheid

3. Het is slecht om tegen kinderen te liegen over het bestaan van Sinterklaas



Slide 12 - Slide

Niveau 1 

De discussie lijkt op een gesprek, iedereen geeft zijn mening en samen wordt er een conclusie gevormd. 

Niveau 2 

Met de discussie geeft iedereen zijn mening en reageert op de ander met een tegenargument. 
Niveau 3

Met de discussie zijn er twee partijen. 1 voor en 1 tegen. Iedereen geeft een argument en een tegenargument. Zelfs als je het niet eens met je eigen toegeschreven mening. 

Slide 13 - Slide