Figuurlijk taalgebruik: overdrijving en understatement

Figuurlijk taalgebruik
Overdrijving en understatement
1 / 7
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 7 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Figuurlijk taalgebruik
Overdrijving en understatement

Slide 1 - Slide

Wat is figuurlijk taalgebruik?
Eigenlijk zegt de naam het al. 
Het gaat om taalgebruik dat niet letterlijk is. De schrijver bedoelt dus niet letterlijk wat er staat.

Bijvoorbeeld:
- Met de deur in huis vallen. 

Slide 2 - Slide

Waarom gebruikt een schrijver figuurlijk taalgebruik?
  • Om een tekst aantrekkelijker te maken om te lezen
  • Om af te wisselen in een tekst.

Slide 3 - Slide

Wat is overdrijving? 
  • Meestal figuurlijk taalgebruik.
  • De schrijver overdrijft en maakt iets groter of erger dan het eigenlijk is.  Overdrijving noemen we ook wel een hyperbool. 

Bijvoorbeeld:
  • De leraar deed er een eeuw over om de proefwerkblaadjes uit te delen.


Slide 4 - Slide

Voorbeelden overdrijving
  • Ik schaamde mij dood toen ik van mijn stoel viel.
  • Ik sta al eeuwen in de rij te wachten bij de Action.
  • De leraar heeft dat al duizend keer gezegd.
  • Ik sterf van de honger.
  • Ik heb me doodgelachen tijdens Deadpool 2.


Slide 5 - Slide

Wat is een understatement?
  • De schrijver probeert iets minder erg te maken. Hij probeert het overdreven af te zwakken. 
  • Het wordt vaak op een spottende manier gedaan.

Bijvoorbeeld
  • Je hebt wel een paar foutjes gemaakt. (Als iemand een onvoldoende gehaald heeft voor zijn toets)

Slide 6 - Slide

Understatement voorbeelden
  • Die acteur verdient een aardig centje met zijn nieuwe film. 
  • De dictator was een onvriendelijk mannetje.
  • Mijn leraar heeft een leuk stulpje gekocht in een villawijk. 




Slide 7 - Slide