Taal: stijl

Taal: stijl
Cursus 4
Voordat we beginnen:
Pak je boek op blz. 88

§2 Stijl
Welkom 2M
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Taal: stijl
Cursus 4
Voordat we beginnen:
Pak je boek op blz. 88

§2 Stijl
Welkom 2M

Slide 1 - Slide

Wat is figuurlijk taalgebruik?
Eigenlijk zegt de naam het al. 
Het gaat om taalgebruik dat niet letterlijk is. De schrijver bedoelt dus niet letterlijk wat er staat.

Bijvoorbeeld:
- Met de deur in huis vallen. 

Slide 2 - Slide

Waarom gebruikt een schrijver figuurlijk taalgebruik?
  • Om een tekst aantrekkelijker te maken om te lezen
  • Om af te wisselen in een tekst.

Slide 3 - Slide

Wat is overdrijving? 
  • Meestal figuurlijk taalgebruik.
  • De schrijver overdrijft en maakt iets groter of erger dan het eigenlijk is.  Overdrijving noemen we ook wel een hyperbool. 

Bijvoorbeeld:
  • De leraar deed er een eeuw over om de proefwerkblaadjes uit te delen.


Slide 4 - Slide

Voorbeelden overdrijving
  • Ik schaamde mij dood toen ik van mijn stoel viel.
  • Ik sta al eeuwen in de rij te wachten bij de Action.
  • De leraar heeft dat al duizend keer gezegd.
  • Ik sterf van de honger.
  • Ik heb me doodgelachen tijdens Deadpool 2.


Slide 5 - Slide

Wat is figuurlijk taalgebruik?
A
gwn kip met rijst
B
een spreekwoord
C
een uitdrukking en een spreekwoord
D
een uitdrukking

Slide 6 - Quiz

Wat is een voorbeeld van figuurlijk taalgebruik?
A
Mijn kapper zit met haar handen in mijn haar.
B
De wedstrijd was onwijs spannend.
C
Onder de boom lag een dode vogel.
D
Ik zit met mijn handen in het haar.

Slide 7 - Quiz

Welke zin is figuurlijk taalgebruik?
A
Veronique draagt een gouden ring.
B
Hij scoorde ringloos in de basket.
C
Door hem ben ik nu de sigaar.
D
Hij rookte stiekem een sigaar.

Slide 8 - Quiz

Hoi, mevrouw, ik ben te laat gekomen doordat ik mijn tram had gemist. Ik heb zo hard gerend dat u zou denken dat ik meedeed aan een marathon.
A
Overdrijving
B
Herhaling

Slide 9 - Quiz

Er was een hond aangereden en er kwam heel maar echt heel veel bloed uit, het leek net de rode zee.
A
Overdrijving
B
Herhaling

Slide 10 - Quiz

Ze lachte en lachte, maar het gelach leek nooit te stoppen.
herhaling
opsomming
tegenstelling

Slide 11 - Drag question

Haar glimlach was zoet, maar haar woorden waren bitter.
opsomming
tegenstelling
herhaling

Slide 12 - Drag question

Opdrachten
Blz. 88
Opdracht 1 t/m 4

Slide 13 - Slide