9.2/9.3 zoutoplossingen bij elkaar brengen les 3

H9.2 - Zoutoplossingen bij elkaar brengen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H9.2 - Zoutoplossingen bij elkaar brengen

Slide 1 - Slide

leerdoelen
  • Je kunt verklaren wat er gebeurt als je twee zoutoplossingen met elkaar mengt.
  • Een neerslagsvergelijking opstellen
  • Je kunt de tribune-ionen aangeven

Pak tabel 35 van je binas erbij! 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Is deze stof goed oplosbaar?
Na2CO3
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quiz

Geef de oplosvergelijking van
Na2CO3

Slide 5 - Open question

Kaliumsulfaat wordt gemengd met water. Wat voor mengsel ontstaat er?
A
Emulsie
B
Suspensie
C
Oplossing

Slide 6 - Quiz

De kaliumsulfaat-oplossing wordt gefiltreerd. Waar komen de ionen in?
A
In het filtraat
B
In het residu

Slide 7 - Quiz

2 zoutoplossingen mengen
Als je 2 zoutoplossingen met elkaar mengt, kunnen er 2 dingen gebeuren: 
  • Het blijft een heldere oplossing: alle ionen blijven in oplossing
  • Het wordt een troebele suspensie: 2 soorten ionen reageren met elkaar en worden een slecht oplosbaar zout. Dit heet een neerslag

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

stap 1: maak een kaas, boter en ei overzicht
. . . .
. . . . 
. . . .
. . . .

Slide 12 - Slide

Bovenaan zet je de niet-metaal ionen
rechts zet je de metaal ionen

Slide 13 - Slide

Neem vanuit T35 de s, g of m over.
De betrokken deeltjes die de neerslag vormen noteer je in je neerslagvergelijking

Slide 14 - Slide

tribune-ionen
Ionen die wel in de oplossing aanwezig zijn, maar die niet meedoen met de neerslagreactie.

Als je de suspensie filtreert dan zitten de tribune-ionen in het filtraat (dus door het filter heen).

De nieuw ontstane vaste stof, het slecht oplosbare zout, is het residu (dus dat wat achter blijft in het filter).

Slide 15 - Slide

Als je mini-oplosbaarheidstabel alleen maar g heeft. Wat krijg je dan?
A
Een heldere oplossing waarin alle ionen opgelost zijn
B
Een troebele suspensie waarin een slecht oplosbaar zout is ontstaan

Slide 16 - Quiz

Zelf oefenen

Je mengt oplossingen van

  1. koperchloride en zilvernitraat
  2. kaliumchloride en natriumsulfaat
  3. bariumchloride en natriumcarbonaat

Slide 17 - Slide

Demo
Pak pen, papier en de binas T35
Zoek alvast de oplosbaarheid op van
kopersulfaat en van natriumcarbonaat

Slide 18 - Slide

Oplosvergelijking
Noteer de oplosvergelijkingen van de zouten kopersulfaat en natriumcarbonaat

Slide 19 - Slide

Neerslagreactie
Noteer de mini-oplosbaarheidstabellen van de 2 zoutoplossingen

Slide 20 - Slide

Neerslagreactie
1. Noteer de neerslagreactievergelijking 
2. Wat zijn de tribune-ionen?

Slide 21 - Slide

Indampvergelijking
1. Wat zit er in het filtraat?
2. Noteer de indampvergelijking

Slide 22 - Slide

Zelf aan de slag met 9.2 en 9.3
Maak opdrachten van 9.2 

Hoe? - Zelfstandig en in stilte
Oortjes? - Ja
Heb je een vraag? - Hand opsteken
Klaar? - Verder werken of nakijken

Slide 23 - Slide