9.2 zoutoplossingen bij elkaar brengen

H9.2 - Zoutoplossingen bij elkaar brengen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H9.2 - Zoutoplossingen bij elkaar brengen

Slide 1 - Slide

leerdoelen
  • Je kunt verklaren wat er gebeurt als je twee zoutoplossingen met elkaar mengt.
  • Een neerslagsvergelijking opstellen
  • Je kunt de tribune-ionen aangeven

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Is deze stof goed oplosbaar?
Na2CO3
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quiz

Geef de oplosvergelijking van
Na2CO3

Slide 5 - Open question

Kaliumsulfaat wordt gemengd met water. Wat voor mengsel ontstaat er?
A
Emulsie
B
Suspensie
C
Oplossing

Slide 6 - Quiz

De kaliumsulfaat-oplossing wordt gefiltreerd. Waar komen de ionen in?
A
In het filtraat
B
In het residu

Slide 7 - Quiz

2 zoutoplossingen mengen
Als je 2 zoutoplossingen met elkaar mengt, kunnen er 2 dingen gebeuren: 
  • Het blijft een heldere oplossing: alle ionen blijven in oplossing
  • Het wordt een troebele suspensie: 2 soorten ionen reageren met elkaar en worden een slecht oplosbaar zout. Dit heet een neerslag

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

. . . .
. . . . 
. . . .
. . . .

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Als je mini-oplosbaarheidstabel alleen maar g heeft. Wat krijg je dan?
A
Een heldere oplossing waarin alle ionen opgelost zijn
B
Een troebele suspensie waarin een slecht oplosbaar zout is ontstaan

Slide 15 - Quiz

tribune-ionen
Ionen die er wel zijn maar die niet meedoen met de reactie.
Als je het neerslag filtreert dan zitten de tribune-ionen in het filtraat.

Slide 16 - Slide

Zelf oefenen

Je mengt oplossingen van

  1. kaliumchloride en natriumsulfaat
  2. bariumchloride en natriumcarbonaat

Geef daarna voor elke de neerslagreactie
en tribune-ionen (als het gebeurt)

Slide 17 - Slide

Zelf aan de slag met 9.2
Maak opdrachten van 9.2 vanaf pagina 189
1 tot en met 9 en 13
Toets inzien



Slide 18 - Slide