4.4 vermogen en energie

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 1

NaSk H4.4

Vermogen en Energieverbruik

Korte herhaling

Bij stroomsterkte meet je

1. hoeveel energie de lading afgeeft
2. hoeveel lading er in de stroomkring rondloopt

Stroomsterkte meet je in

1. A = ampère
2. V = Volt

Bij spanning meet je

1. hoeveel energie de lading afgeeft
2. hoeveel lading er in de stroomkring rondloopt

Spanning meet je in

1. Ampére
2. Volt

Leerdoelen

• Je kunt uitleggen wat het vermogen van een apparaat is.
• Je kunt het vermogen van een apparaat berekenen.
• Je kunt uitleggen waarom een apparaat met een groter 
  vermogen meer elektrische energie verbruikt.
• Je kunt het energieverbruik van een apparaat berekenen.

Vermogen

Hoeveel elektrische energie een apparaat per seconde verbruikt

Vermogen - typeplaatje

 Hoe groter het vermogen van een apparaat, hoe meer het apparaat kost om het te gebruiken.

Het vermogen van een apparaat staat altijd op het typeplaatje.

Vermogen berekenen

vermogen = spanning x stroomsterkte

Wat is de formule om het vermogen te berekenen?

1. Vermogen = spanning / stroomsterkte
2. Vermogen = spanning + stroomsterkte
3. Vermogen = spanning x stoomsterkte
4. Vermogen = spanning - stroomsterkte

De stroomsterkte wordt gemeten in

1. Volt (V)
2. Ampere (A)
3. Watt (W)
4. Meter (m)

Een gloeilamp wordt aangesloten op een spanning van 9 V de stroomsterkte door de lamp is 2 A.
Wat is het vermogen van de lamp?

1. 18 W
2. 7 W
3. 11 W
4. 9 W

Formule Energieverbruik

Energieverbruik (kWh) = Vermogen (kW) x Tijd (h)

Wat is de eenheid van Energieverbruik?

1. kWh
2. kW
3. kWm
4. V

Bij het berekenen van Energieverbuik gebruiken we Vermogen in kW.

18 W =........ kW

1. 18000 kW
2. 1,8 kW
3. 180 kW
4. 0,018 kW

Omrekenen

Einde